H2.1 de gouden eeuw van nederland

 H1 Regenten  en Vorsten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 H1 Regenten  en Vorsten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • H2.1 De gouden eeuw van Nederland
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.1 De gouden eeuw van Nederland
  • Gouden eeuw = een lange bloeiperiode
  • Nederland dreef handel met landen in Europa, Azië en Amerika
  • Amsterdam was een stapelplaats
  • NL werd hierdoor erg rijk

Lezen blz 8 'tweede stukje de schepen en de handelsgoederen...'

Slide 3 - Tekstslide

Europa: 
graan, hout, wol, wijn 

Azie: specerijen 

Amerika: suiker en tabak. 

Stapelplaats: plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen om vanuit daar te worden verhandeld. 
In havenplaatsen (zoals Amsterdam) werden handelsproducten in pakhuizen bewaard en opgeslagen (opgestapeld).
Winst maken (handelskapitalisme) door
Lezen blz 9 lesboek: 
"In veel steden ontstonden beurzen...'

Slide 4 - Tekstslide

Weet iemand wat ze in Azië deden handelen? 

Peper, nootmuskaat en kruidnagel 

kruidnagel (in stoofgerechten NL of currys in India) 

Peper (kennen we allemaal) 

Nootmuskaat (groentes bijv sperziebonen of bloemkool, aardappel puree en kaassaus) 

§1.1 De gouden eeuw van Nederland
De Gouden eeuw
  • Er waren veel ondernemers --> winst maken
  •  = Handelskapitalisme
  • In veel steden onstonden beurzen
  • Rekening houden met concurrenten

Slide 5 - Tekstslide

Hier gebleven voor woensdag. 
Tijd van? welke tijd
Gouden eeuw? Welke eeuw? 
Wat is handelskapitalisme? 


Kapitalisme = het streven naar zoveel mogelijk winst. 

Omdat er zoveel handel in NL gedreven werd, hadden de handelaren de leiding over de economie. --> in die tijd heet het handelskapitalisme. 

Wat gingen de ondernemers doen met al 

hun geld? investeren! zij wilden nog meer verdienen dus stopte ze het geld in de bouw van bijvoorbeeld nieuwe schepen. 

Beurzen: gebouwen waar kooplieden handel dreven.

Er ontstonden concurrenten: als er veel graan was voor bijvoorbeeld 3 euro dan liet een handelaar zijn graanprijs zakken naar 2 euro, zodat iedereen het graan bij hem ging kopen. dat wordt bedoeld met rekening houden met concurrenten. 


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: huishoudbeurs. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Resultaat: Je kunt je mening onderbouwen en verdedigen.
Hulp: Werkblad met de opdracht
Tijd: 30 minuten
Met wie: Je maakt de opdracht alleen
Klaar? Lees paragraaf 3
Wat:
o Je krijgt van de docent een werkblad
o Je krijgt een aantal vragen waarbij jij je mening moet onderbouwen.
o Als iedereen klaar is beginnen we met de discussie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van de term ‘Gouden Eeuw’ kan worden verdedigd, omdat

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van de term ‘Gouden Eeuw’ kan worden bekritiseerd, omdat

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij beoordelen het gebruik van de term ‘Gouden Eeuw’ vanuit dit perspectief:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En vinden daarom dat de term wel/ niet moet worden gebruikt, omdat:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies