Herhalen tv 1-3

Tijd om te herhalen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijd om te herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhalen
- Hoe kunnen we goed leren?
- Tijd om te leren
-Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Quiz

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de juiste betekenis van het begrip Prehistorie?
A
De tijd dat mensen konden schrijven.
B
Geschiedenis tijdvak 1.
C
De tijd dat dinosauriërs over de wereld heersten.
D
De tijd dat mensen nog niet konden schrijven.

Slide 4 - Quizvraag

Het eerste tijdvak is de tijd van
A
Jagers en boeren
B
Jagers-verzamelaars
C
Jagers en dieren
D
Jagers en landbouwers

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.


Welk logo hoort bij de tijd van Jagers en Boeren?
A
Logo 1
B
Logo 2
C
Logo 3
D
Logo 4

Slide 6 - Quizvraag

Waar ontstond de landbouw?
A
Midden-Oosten
B
Midden-Amerika
C
Midden-Afrika
D
Midden-Europa

Slide 7 - Quizvraag

Toen de mensen het schrift ontdekten, betekende dit het einde van de ...
A
Historie
B
Geschiedenis
C
Prehistorie
D
Steentijd

Slide 8 - Quizvraag

Waren hunebedbouwers
jagers en verzamelaars of boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren

Slide 9 - Quizvraag

In welke samenleving was er meer ongelijkheid? Jagers en verzamelaars of de boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren

Slide 10 - Quizvraag

Middelen van bestaan zijn
manieren om in leven te blijven.
Welke middelen van bestaan
hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 11 - Quizvraag

Welke woorden horen bij het woord 'nomade'?
A
vaste plek rondtrekken veel spullen
B
hut of grot boerderij weinig spullen
C
rondtrekken veel spullen hut of grot
D
rondtrekken hut of grot weinig spullen

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort dit
logo?
A
Jagers en boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Monniken en ridders
D
Steden en staten

Slide 13 - Quizvraag

Tijd van de Grieken en Romeinen
A
3000 v Chr. - 500 n. Chr.
B
500 - 1000
C
3000 v Chr - 500 v Chr.
D
500 v Chr - 1000 n.chr.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een polis? (mv Poleis)
A
Een stad met een tempel
B
Een stad met bergen
C
Een stad met land
D
Een stad met een toegangspoort

Slide 15 - Quizvraag

Wie is er een Griekse filosoof?
A
Socrates
B
Plato
C
Pythagoras
D
Archimedes

Slide 16 - Quizvraag

Het Romeinse Rijk is groot geworden door:
A
De fantastische stad Rome
B
Door een goed getraind en groot leger
C
Door het drijven van handel
D
Door de verschillende uitvindingen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een reden voor de val van het Romeinse Rijk?
A
Teveel Romeinen
B
Teveel Germanen
C
Het rijk werd slecht bestuurd
D
Het rijk was verouderd

Slide 18 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort
dit logo?
A
Jagers en boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Monniken en ridders
D
Steden en staten

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een reden voor het ontstaan van het hofstelsel?
A
Chaos in Europa
B
Vrede in Europa

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een ander begrip voor hofstelsel?
A
Leenstelsel
B
Domeinstelsel

Slide 21 - Quizvraag

Vazal is een........?
A
Leenman
B
Leenheer

Slide 22 - Quizvraag

1. Willibrord leefde in het tijdvak van steden en staten.
2. Willibrord werd bij de stad Dokkum vermoord.
A
Beide antwoorden goed
B
Beide antwoorden zijn fout
C
Zin 1 is goed, zin 2 is fout
D
Zin 1 is fout, zin 2 is goed

Slide 23 - Quizvraag

Waar bouwde Mohammed zijn eerste moskee?
A
Mekka
B
Rabat
C
Medina
D
Marrakech

Slide 24 - Quizvraag

Hoe kunnen we goed leren?
- Dit is voor iedereen anders.
Tips:
- Maak zelf SO vragen van de aantekeningen!
- Maak samenvattingen. 
- Maak posters 

Slide 25 - Tekstslide

Tijd om te leren
- Gebruik de tips die gegeven zijn!
- Stel je vragen nu het nog kan!

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiten
Het SO is op 30 oktober!

Veel succes met leren!

Slide 27 - Tekstslide