Feitentoets H4

Oefentoets feitentoets 
Hoofdstuk 4


Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets feitentoets 
Hoofdstuk 4


Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting

Slide 1 - Tekstslide

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Overname van de militaire en politieke macht in een land door een ander land.

Slide 2 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Manier van oorlog voeren door zo snel mogelijk zo veel mogelijk land te veroveren.

Slide 3 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Overgave van een land of leger aan de vijand.

Slide 4 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Iemand die in oorlogstijd met de vijand samenwerkt.

Slide 5 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Mensen onder dwang wegvoeren.

Slide 6 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Plek waar gevangenen tijdelijk worden opgesloten.

Slide 7 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Personen en groepen die in oorlogstijd op allerlei manieren de vijand tegenwerken.

Slide 8 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Naam voor de massamoord op zes miljoen joden in de Tweede Wereldoorlog.

Slide 9 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Iemand die zich verstopt omdat hij gevaar loopt opgepakt te worden.

Slide 10 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Georganiseerde jacht op een groep mensen.

Slide 11 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Land waarin iedereen dezelfde rechten en plichten heeft die in wetten zijn vastgelegd. De rechters zijn onafhankelijk.

Slide 12 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Concentratiekamp waar het doden en vernietigen van zoveel mogelijk mensen het belangrijkste doel is.

Slide 13 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Periode waarin een kolonie een onafhankelijk land wordt.

Slide 14 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Twee oorlogen die Nederland tussen 1947 en 1949 uitvocht in Nederlands-Indië.

Slide 15 - Open vraag

Vul het begrip in dat bij deze omschrijving hoort:

Een land dat de hoogste macht heeft over een ander land, draagt die macht officieel over.

Slide 16 - Open vraag

Welke persoon wordt hier omschreven?

Minister-president van Groot-Brittannië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 17 - Open vraag

Welke persoon wordt hier omschreven?
Joods meisje dat een wereldberoemd dagboek schreef toen zij ondergedoken zat. Zij stierf in een concentratiekamp. (voor en achternaam)

Slide 18 - Open vraag

Welke persoon wordt hier omschreven?

President van de Verenigde Staten van 1933 tot 1945, dus tijdens de economische crisis en de Tweede Wereldoorlog.

Slide 19 - Open vraag

Welke persoon wordt hier omschreven?

Koningin van Nederland van 1890 tot 1948.

Slide 20 - Open vraag

Welke persoon wordt hier omschreven?

Nationalist die wilde dat Nederlands-Indië zelfstandig werd. Dat gebeurde in 1949. Werd daarna de eerste president van Indonesië.

Slide 21 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Duitse inval in Polen, begin Tweede Wereldoorlog

Slide 22 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Duitse aanval op Nederland

Slide 23 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Februaristaking

Slide 24 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Operatie Barbarossa

Slide 25 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Japanse aanval op Pearl Harbour

Slide 26 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Japan bezet Nederlands-Indië

Slide 27 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Slag bij Stalingrad (beginjaar)

Slide 28 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Slag om Arnhem

Slide 29 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Spoorwegstaking

Slide 30 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

D-Day

Slide 31 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Nederland bevrijd

Slide 32 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Duitsland capituleert

Slide 33 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Atoombommen op Japan

Slide 34 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Politionele acties (eerste jaartal)

Slide 35 - Open vraag

In welk jaar gebeurde het volgende:

Soevereiniteitsoverdracht: Indonesië onafhankelijk

Slide 36 - Open vraag