Schrijven uiteenzetting 3H

Welkom!
Ga lekker zitten
Je jas kan lekker uit en je tas op de grond
telefoon weg en je schrift/pen op tafel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga lekker zitten
Je jas kan lekker uit en je tas op de grond
telefoon weg en je schrift/pen op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Raadsel van de dag...
Het zit wel in een jaar, maar nooit in een eeuw. Altijd in maand maar niet in een week. Wel in een dag maar niet in uur. Rara wat is dat? 

Slide 2 - Tekstslide

Wakker??

De letter A!

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?


- nog eens kort de theorie over de uiteenzetting

- wat quizvragen hierover (chromebook nodig)

- puntjes op de i voor de toets

Slide 4 - Tekstslide

Uiteenzetting schrijven


3havo/vwo

Slide 5 - Tekstslide


Het schrijven van een uiteenzetting

Leerdoelen


  • Ik weet wat een uiteenzetting is
  • Ik kan een bouwplan opstellen
  • Ik kan een uiteenzetting schrijven



Slide 6 - Tekstslide


Wat denk je dat de toegevoegde waarde van
goed leren schrijven is?
A
Als je je schriftelijk goed kan verwoorden, geeft dat zelfvertrouwen.
B
Als je goed kan schrijven, word je later (terecht of onterecht) zakelijk serieuzer genomen.
C
Als je oefent met schrijven, wordt je concentratie beter en ontwikkel je discipline.
D
A + B + C

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video


Welk doel heeft de schrijver dus bij het schrijven van een uiteenzetting?
Uitleg
Het schrijversdoel van een uiteenzetting is het informeren van de lezer. De schrijver probeert dat doel te bereiken door zoveel mogelijk feiten en/of objectieve informatie met de lezer te delen.
A
Hij wil de lezer informeren.
B
Hij wil de lezer overtuigen.
C
Hij wil de lezen activeren.
D
Hij wil de lezer amuseren.

Slide 9 - Quizvraag



In een uiteenzetting kom je geen mening tegen.
Uitleg
De stelling klopt niet helemaal. In een uiteenzetting mag wel de mening van derden worden gegeven, maar de schrijver verwoordt nooit zijn eigen mening. Als hij de mening van derden in de uiteenzetting noemt, doet hij dat verder zo neutraal mogelijk.
A
Deze stelling klopt.
B
Deze stelling klopt niet.
C
Deze stelling klopt niet helemaal.
D
Dat weet ik niet.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video


Wat is het doel van een pakkende titel
van een tekst?
A
Het trekken van de aandacht van de lezer.
B
Het informeren van de lezer over de inhoud van de tekst.
C
Het stimuleren van de lezer om de tekst te gaan lezen.
D
A + B + C

Slide 12 - Quizvraag


Wat is geen functie van signaalwoorden
in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer.
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Slide 13 - Quizvraag


Welke vaste tekststructuur is niet geschikt
voor een uiteenzetting?
A
Een aspectenstructuur
B
Een vraag/antwoord-structuur
C
Een argumentatie-structuur
D
Een verklaringstructuur

Slide 14 - Quizvraag

Bij het schrijven van je inhoudelijke boodschap laat je je leiden door je bouwplan. Hoe je dat precies aanpakt, verschilt per persoon. Veel schrijvers starten met de inleiding, schrijven vervolgens het middenstuk en eindigen met het slot. Sommige schrijvers geven er juist de voorkeur aan om eerst de kerntekst te schrijven en bedenken daar uiteindelijk een inleiding en een slot bij. Jij zal moeten uitvinden wat voor jou het plezierigst werkt. Verder is goed leren schrijven een kwestie van schrijven, kritisch beoordelen, herschrijven, kritisch beoordelen, etc.

Slide 15 - Tekstslide


Voorbereiding op de toets

  • Zorg dat je map compleet is met je bronnen en je bouwplan
  • Denk op basis van je bouwplan alvast goed na over je uiteindelijke tekst.
  • Lever je map tegelijkertijd in met je SO
  • De uiteenzetting is minimaal 400 woorden, je schrijft deze met een pen.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Tijd om je verslag af te ronden en indien nodig hulp te vragen.

Klaar met je verslag? Oefen vast met je uiteenzetting
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide