7.1 hele les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.1 hele les
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.1 hele les
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.


Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- weet je wat er verandert in de EU
- kun je beschrijven hoe de leidersrol van de VS veranderde
- weet je hoe China als supermacht in opkomst is
- weet je hoe India zich ontwikkelt

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig 7.1 opdracht 1 t/m 9 op blz. 88 t/m 93.
Jessica

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Krystian, Jochem & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
Jaysen, Gijs, Niek & Jamie

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Voorstanders van de EU
Tegenstanders van de EU
"De EU kan een probleem zoals klimaat beter oplossen dan de Nederlandse regering."
"Door de EU verliest Nederland heel veel macht."
"Samenwerking tussen landen is voordelig voor de handel."
"We moeten te veel geld afstaan aan de EU."

Slide 6 - Sleepvraag

Wat betekent referendum?
A
Als mensen met geweld hun ideeën willen verspreiden
B
Een staat die lid is van de EU
C
Het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU
D
Volksstemming

Slide 7 - Quizvraag


Polarisatie betekent
A
Dat er een generatieconflict heerst
B
Dat bevolkingsgroepen tegenover elkaar staan
C
Dat mensen dezelfde belangen hebben
D
Saamhorigheid

Slide 8 - Quizvraag

Wat is inkomensongelijkheid?
A
als groepen mensen een gelijk inkomen willen
B
als tegenstellingen tussen groepen mensen kleiner worden
C
oneerlijke verdeling van de rijkdom in een land
D
oneerlijke verdeling van werk tussen mannen en vrouwen

Slide 9 - Quizvraag

Wie maakt wat:
Had je 3/4 vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 9 op blz. 88 t/m 93.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Tekstslide

Veranderingen in de EU
De EU groeide in de 21e eeuw uit tot 28 lidstaten. Welke voordelen had samenwerking voor de lidstaten?
  • De EU was goed voor de handel.
  • De EU hielp de vrede tussen Europese landen te bewaren.



Slide 11 - Tekstslide

Veranderingen in de EU
Met welke problemen kreeg de wereld (en ook de EU) te maken?
  • de economische crisis
  • de komst van veel vluchtelingen
  • radicalisering

Wat betekent radicalisering?
  • Als (groepen) mensen met geweld hun ideeën willen verspreiden.


Slide 12 - Tekstslide

Op zoek naar oplossingen
De EU zocht oplossingen, maar het was soms lastig het eens te worden. Een discussiepunt is of de EU meer invloed moet krijgen ten opzichte van de nationale regeringen om besluiten te nemen over belangrijke onderwerpen.
Over welke onderwerpen gaat dat?

  • veiligheid, economie, klimaat



Slide 13 - Tekstslide

Op zoek naar oplossingen
Welk argument geven voorstanders?
  • Als de EU meer invloed heeft, kan ze problemen sneller oplossen.

Wat vinden de tegenstanders?
  • Als de EU meer invloed heeft, verliezen landen hun zelfstandigheid.




Slide 14 - Tekstslide

Op zoek naar oplossingen
Sommige Britten wilden dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU zou gaan. Hoe heet dat vertrek?
  • Brexit

De Britten hielden daarover een referendum. Wat is dat?
  • Een volksraadpleging waarbij de overheid een vraag voorlegt aan de bevolking.





Slide 15 - Tekstslide

De VS als wereldleider
De VS werden na de Tweede Wereldoorlog wereldleider. Waaraan kun je dat merken?
  • De VS kregen grote economische, culturele en militaire invloed op hun bondgenoten en de rest van de wereld.

Vanaf 1980 werden in de VS de tegenstellingen tussen de politieke partijen steeds groter. Welk begrip past daarbij?
  • polarisatie

Wat was het gevolg van de polarisatie?
De bevolking raakte verdeeld en de VS gingen zich meer op hun eigen land richten, maar de invloed bleef groot.


Slide 16 - Tekstslide

De opkomst van China
Wat zijn de BRICS-landen?
  • Vijf snelgroeiende economieën: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.

Waarom werken zij samen?
  • Om onafhankelijk van het Westen te blijven.

Slide 17 - Tekstslide

De opkomst van China
Waardoor werd China belangrijker?
  • Door zijn grote productie.

China probeert wereldleider te worden door:
  • de bouw van nieuwe verbindingen met de Nieuwe Zijderoute,
  • de Zuid-Chinese Zee te claimen om aardolie en aardgas te krijgen.


Slide 18 - Tekstslide

De opkomst van China
Met welke problemen heeft China te maken?
  • Het verschil tussen arm en rijk is gegroeid.
  • Industrie en luchtvervuiling zorgen voor vervuilde landbouwgrond en gezondheidsklachten.



Slide 19 - Tekstslide

De opkomst van China
Waardoor kan de bevolking daar weinig aan veranderen?
  • De bevolking heeft geen inspraak. Er is maar één politieke partij toegestaan, de CPC.

Andere landen hebben kritiek op China. Waarover gaat dat?
  • China steunt Chinese bedrijven in het buitenland, maar het buitenland mag niet in China handelen.




Slide 20 - Tekstslide

De opkomst van India
Ook India is een opkomende economie. Toen na de Tweede Wereldoorlog India onafhankelijk werd, werd de economie door de overheid gestuurd. Waardoor groeide vanaf 1990 de economie?
  • Er werden meer bedrijven toegestaan.
Slechts een derde deel van de bevolking woont in steden. Het grootste deel is arm. Er is veel inkomensongelijkheid. Wat is dat?
  • Een oneerlijke verdeling van de rijkdom, met erg rijke en erg arme mensen.





Slide 21 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Krystian, Jochem & Zouhir: jullie maken zelfstandig les 7.1 opdracht 1 t/m 9 op blz. 88 t/m 93

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jaysen, Gijs, Niek & Jamie: wij maken klassikaal opdracht 2 + 5 + 8.

Slide 22 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 t/m 9 op blz. 88 t/m 93


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de herhaling op blz. 94
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide



 Aan het einde van deze les:
- weet je wat er verandert in de EU

Leerdoelen van deze les LJ2
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
Ik weet wat er is verandert in de EU

Slide 24 - Sleepvraag



 Aan het einde van deze les:
- kun je beschrijven hoe de leidersrol van de VS veranderde
- weet je hoe China als supermacht in opkomst is
- weet je hoe India zich ontwikkelt

Leerdoelen van deze les LJ2
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
Ik kan beschrijven hoe de leidersrol van de VS veranderde
Ik weet hoe China als supermacht in opkomst is
Ik weet hoe India zich ontwikkelt

Slide 25 - Sleepvraag

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ2: 
Woensdag 5 juni
7.1 opdracht 1 t/m 9
Toetsen LJ2:


Slide 26 - Tekstslide