NaSk jaar 2 - Les 18 Stoffen

Welkom bij NaSk

Pak voor je:
- Opgeladen laptop
- Schrift 
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood



 




Startopdracht:
Welke van deze blokjes hiernaast zal de hoogste massa hebben?
(ze zijn even groot)

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk

Pak voor je:
- Opgeladen laptop
- Schrift 
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood



 




Startopdracht:
Welke van deze blokjes hiernaast zal de hoogste massa hebben?
(ze zijn even groot)

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij NaSk

Pak voor je:
- Opgeladen laptop
- Boek A
- Schrift 
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood



 




Startopdracht:
Welke van deze blokjes hiernaast zal de hoogste massa hebben?
(ze zijn even groot)


Slide 2 - Tekstslide

Welkom bij NaSk

Pak voor je:
- Opgeladen laptop
- Boek A
- Schrift 
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood



 




Startopdracht:





Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen
  • Herhaling faseovergangen
  • Uitleg over dichtheid
  • Zelfstandig werken


Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • benoemen wat massa is en in welke eenheid je het uitdrukt;
  • uitleggen wat dichtheid is en in welke eenheid je het uitdrukt;
  • uitleggen hoe verschillen in dichtheid bepalen of een voorwerp drijft, zweeft of zinkt;















Slide 5 - Tekstslide

Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Slide 6 - Tekstslide

SO op maandag 16 december
Paragraaf 7.2, 7.3, 7.4

Slide 7 - Tekstslide

7.3: FASEOVERGANGEN

Slide 8 - Tekstslide

Water, water en water. 


vast
vloeibaar
gas

Slide 9 - Tekstslide

Vaste stof
  1. Kun je de vorm niet gemakkelijk veranderen. Dat geldt bijvoorbeeld voor ijzer en glas. Een vaste stof heeft een vast volume en een vaste vorm.
  2. De moleculen zijn dicht op elkaar gepakt, net als sinaasappels in een kratje.
  3. Sterke krachten houden de moleculen op hun plaats. De moleculen trillen wel, maar ze kunnen niet van hun plaats af.


Slide 10 - Tekstslide

Vloeibare stof
  1. De deeltjes in een vloeistof bewegen door elkaar heen.
  2. Een vloeistof heeft een vast volume, maar neemt de vorm aan van het voorwerp waar je het in giet.
  3. In een vloeistof zitten de deeltjes verder uit elkaar dan in een vaste stof.
  4. De krachten tussen deze deeltjes zijn zwakker.



Slide 11 - Tekstslide

Gas
  1. Gassen, zoals zuurstof en aardgas, hebben geen vast volume en ook geen vaste vorm.
  2. Gasdeeltjes zitten ver uit elkaar.
  3. Er zijn geen krachten meer tussen de deeltjes, zodat ze niet bij elkaar blijven: ze bewegen vrij in alle richtingen


Slide 12 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 13 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 14 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 15 - Tekstslide

Faseovergangen
RIJPEN = DESUBLIMEREN

  • verrijpen
  • vervasten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Zelfstandig werken ZS
Maak op Learnbeat:
7.3C: Begrijpen
7.3D: Beheersen

- 5 minuten in ZS
- Niet klaar? Huiswerk


timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

7.4 Zwaar en licht

Slide 19 - Tekstslide

WELKE STOF-EIGENSCHAPPEN?
STOFEIGENSCHAPPEN:
Fase (bij kamertemperatuur), kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, Oplosbaarheid in water, Kookpunt, Smeltpunt, Geleidbaarheid van elektriciteit, Geleidbaarheid van warmte, Magnetisch

Slide 20 - Tekstslide

Geen stofeigenschap zijn:
vorm                                    massa                  volume

Slide 21 - Tekstslide

Massa
Massa is een maat voor de hoeveelheid materie in een object. 

De massa wordt meestal gemeten in kilogram (kg) of gram (g). 

Slide 22 - Tekstslide

Volume
  • Een stof neemt ruimte in.
  • We noemen dit het Volume.
  • Eenheid die wij gebruiken is kubieke centimeren (cm3)

Slide 23 - Tekstslide

Wat is zwaarder: veren of lood?

Slide 24 - Tekstslide

Wat is zwaarder: veren of lood?
Wat is zwaarder: een kilogram veren of een kilogram lood?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Dichtheid
De dichtheid is de massa van 1 cm3 van een stof.

De dichtheid is een grootheid

De eenheid van dichtheid is g/cm3



Slide 27 - Tekstslide

Dichtheid is massa in gram van 1 cm3
Grootheid is dichtheid
Eenheid is g/cm3

Slide 28 - Tekstslide

vloeistoftoren

Slide 29 - Tekstslide

Kurk:
0,25
cm3g
Hout:
0,58 
cm3g
IJzer:
7,80 
cm3g
De dichteid van water is 1,0  
Wanneer zinkt/zeeft/drijft een stof?
cm3g
Kurk drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
Hout drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
IJzer zinkt. De dichtheid is groter dan die van water.

Slide 30 - Tekstslide

Wanneer blijft iets drijven?
DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water
ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water
ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Eenheid van massa is?
A
Kilogram
B
gram
C
Liters
D
Millilitters

Slide 33 - Quizvraag

Is massa een stofeigenschap?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Het volume meet je in ....
A
g
B
kg
C
l
D
m3

Slide 35 - Quizvraag

Stofeigenschappen die overeen komen
Stofeigenschappen die verschillend zijn
Smaak
Geur
Kleur
Fase
Oplosbaar in water? 
Kookpunt
Smeltpunt
Dichtheid

Slide 36 - Sleepvraag


Wat is het volume?
A
64cm3
B
16cm3
C
64m3
D
16m3

Slide 37 - Quizvraag

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water

Slide 38 - Quizvraag

Verbind de stofeigenschappen die meest passend is aan het juiste plaatje. 
Dichtheid
Oplosbaarheid
Deeltjesgrote
Kookpunt

Slide 39 - Sleepvraag

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 40 - Quizvraag


Dichtheid is een stofeigenschap. 
Wat is de dichtheid van water?
A
0,5 g/cm3
B
0,7 g/cm3
C
1,0 g/cm3
D
1,3 g/cm3

Slide 41 - Quizvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 42 - Quizvraag

welke vloeistof heeft de ...
laagste dichtheid
hoogste dichtheid

Slide 43 - Sleepvraag

Een blokje aluminium heeft een dichtheid van 2,70 g/cm3. Wat is de dichtheid van het blokje als we het volume 2x zo klein maken?
A
1,35 g/cm3
B
2,70 g/cm3
C
5,40 g/cm3
D
10,80 g/cm3

Slide 44 - Quizvraag

Zelfstandig werken ZS
Maak op Learnbeat:
7.4 C: Begrijpen
- 5 minuten in ZS

- Klaar? Super! Probeer 7.4F: Extra oefening
- Of daag jezelf uit  met 7.4E: Plusvragen
- Niet klaar? Huiswerk


timer
5:00

Slide 45 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • benoemen wat massa is en in welke eenheid je het uitdrukt;
  • uitleggen wat dichtheid is en in welke eenheid je het uitdrukt;
  • uitleggen hoe verschillen in dichtheid bepalen of een voorwerp drijft, zweeft of zinkt;















Slide 46 - Tekstslide