Masterclass Nederlands ronde 2 (les 3)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Masterclass Nederlands ronde 2 (les 3)

Vandaag:

-Inventariseren wie bij deze masterclass zit voor huiswerk maken/wie voor Nederlands een beetje bijspijkeren

1e uur: aan de slag met huiswerk voor Nederlands

2e uur: in Numo aan de slag of verder met huiswerk Nederlands 

Met welk onderdeel wil jij meer oefenen?

Waar ben je in de les Nederlands mee bezig? 

TL 3:
- hoofdstuk 3 en 4 woorden, grammatica en spelling 

-fictieopdracht bij een leesboek 

Kader 3: 

-hoofdstuk 3 en 4 woorden, grammatica en spelling 

-leesboekje 

Kader 3

• De woorden oefenen/leren van 3.5 en 4.5
• 3.7 grammatica woordsoorten oefenen 
• 3.8 spelling samenstellingen oefenen 
• 4.7 grammatica als/dan oefenen 

TL3 

• De woorden oefenen/leren van 3.5 en 4.5
• Grammatica 3.7/4.7 oefenen
• Spelling 3.8/4.8 oefenen 
• Verder met de fictieopdracht 

Wat kan je gaan doen?

Overzicht grammatica/spelling k3

3.7: woordsoorten benoemen

3.8: werkwoordspelling en samenstellingen

4.7: als en dan 

Overzicht grammatica/spelling t3

3.7: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord, telwoord, zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

3.8: hoofdletters 

4.7: naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoord

4.8: apostrof, trema en accent 

Maak bijvoorbeeld de TEST JEZELF

Masterclass Nederlands ronde 2 (les 3)

Deze les:

• Oefenen/leren voor de toets woorden, grammatica en spelling h3 en h4 
• Verder met je leerplan in Numo 

Toets kader 3 (na de vakantie)

3.5 woorden

3.7 grammatica -> woordsoorten

3.8 spelling -> samenstellingen van zelfstandige naamwoorden

4.7 grammatica -> jou/jouw en als/dan 

4.8 spelling -> stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en voltooid deelwoord 

Waar wil je nog extra uitleg over?

Toets TL3 (aanstaande donderdag)

3.5 woorden

3.7 grammatica: persoonlijk- en bezittelijk voornaamwoord, telwoord, zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord.

3.8 spelling: hoofdletters

4.5 woorden

4.7 grammatica: naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoord

4.8 spelling: apostrof, accent, trema 

Waar wil je nog extra uitleg over?

Wat kan je gaan doen?

-Maak samenvattingen van de paragrafen die je moet kennen/weten.

-Maak de test jezelfs

-Leer de woorden van 3.5 in 4.5 (in bijvoorbeeld quizlet)

-Maak de werkbladen over het hoofdstuk 

-Huiswerk: 4.7 grammatica opdracht 1,2,3,4 + 4.8 spelling opdracht 2, 4abc, 5, 6abc en 7