Week 1 - les 2 - tijdvak 6 (Wereldeconomie)

6.1  Een Wereldeconomie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

6.1  Een Wereldeconomie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Huiswerk en vaardigheden
2. Voorkennis 
2. Verhaal: 6.1 Een wereldeconomie 
3. Leerdoelen 1, 2, 3 bij 6.1 
4. Bespreken leerdoel 2 & 3 
5. Zelf-werktijd 

Slide 2 - Tekstslide

Wat was de aanleiding voor de ontdekkingsreizen? (tijdvak 5)
A
De val van Constantinopel verminderde de toegankelijkheid tot het Aziatische handelsnetwerk
B
de technische vooruitgang bij de bouw en navigatie van schepen
C
de wil om vreemde volken te bekeren tot het christelijke geloof
D
Na eeuwen van lockdown kon je weer reizen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is Renaissance? (tijdvak 5)
A
Italiaans voor middeleeuwen
B
Strijd tussen keizer en paus
C
Bloeiperiode van de kunst
D
Ander woord voor Romeinse tijd

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent Reformatie? (Tijdvak 6)
A
Daar zijn de gereformeerden lid van.
B
Periode waarin mensen de rooms katholieke kerk wilden veranderen.
C
Aanhanger van christelijke godsdienst die uit protest werd opgericht.
D
Burgerlijke bestuurder van een stad of gewest.

Slide 5 - Quizvraag

(tijdvak 6) Het tijdvak van regenten en vorsten duurt van .... tot .....
A
500 - 1000 n. Chr.
B
1000 - 1500 n. Chr.
C
1500 - 1600 n. Chr.
D
1600 - 1700 n. Chr.

Slide 6 - Quizvraag

Als we het hebben over het Tijdvak van Regenten en Vorsten dan hebben we het over de......................... eeuw

(Tijdvak 6)
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 7 - Quizvraag

                       Tijdvak 6: regenten & vorsten     
  • 1600-1700: regenten & vorsten
  • Onderwerpen:
  1. Ontstaan van een Wereldeconomie (6.1)
  2. De Gouden eeuw (6.2)
  3. Het absolutisme (6.3)
  4. Wetenschappelijke revolutie (6.4)
Tijdvak 5.. 

Slide 8 - Tekstslide

6.1  Een Wereldeconomie

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme,    en het begin van een wereldeconomie

wereldeconomie:
economie die bestaat uit verschillende werelddelen die door handel met elkaar verbonden zijn


Handelskapitalisme
economisch systeem waarbij ondernemers zich met handel bezighouden en waarvan zij een deel van hun winst investeren in hun onderneming

Slide 10 - Tekstslide

 Republiek der zeven verenigde Nederlanden (1588)
  • 1588 Republiek onafhankelijk
  • Holland centrum wereldhandel --> Amsterdam (sinds val Antwerpen 1585)
  • Oprichting VOC in 1602

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen week 1 - § 6.1 wereldeconomie
1 Leg uit met welke gevaren de zee-reizigers te maken kregen en waarom de reizen toch werden ondernomen. 

2 Waarom werd de VOC opgericht, welke bevoegdheden kreeg het van de Nederlandse staat en waarom is de VOC een voorbeeld van het handelskapitalisme? 

3 Leg uit welke rol de VOC speelde in de handel tussen Europa en Azië en welke rol zij speelde in de inter- Aziatische handel. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurde er in 1588?
A
Republiek der 7 verenigde Nederlanden werd uitgeroepen.
B
Er was een beeldenstorm.
C
Alteratie van Amsterdam
D
Val Antwerpen

Slide 13 - Quizvraag

1. Gevaren
- 3 jaar weg, geronseld in de kroeg
- Ziekte als scheurbak
- Angst voor zinkend schip
- Straffen 

Slide 14 - Tekstslide

2. Waarom werd de VOC opgericht, welke bevoegdheden kreeg het van de Nederlandse staat en waarom is de VOC een voorbeeld van het handelskapitalisme? 
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd opgericht (1602) om binnenlandse concurrentie tegen te gaan en als één front economisch te kunnen opereren en de sterker te staan tegen internationale concurrentie.

Bevoegdheden: 
Voorbeeld van handelskapitalisme: 

Lees handelskapitalisme Klaar? start met leerdoel 3: lees het handelsnetwerk van de VOC

Slide 15 - Tekstslide

2. Waarom werd de VOC opgericht, welke bevoegdheden kreeg het van de Nederlandse staat en waarom is de VOC een voorbeeld van het handelskapitalisme? 
De bevoegdheden: De VOC kreeg van de Nederlandse overheid het recht als enige Nederlandse onderneming in Azië handel te drijven. Naast dit monopolie kreeg de compagnie andere bevoegdheden: Ze mocht verdragen sluiten met inheemse vorsten, oorlog voeren en gebieden besturen.

Slide 16 - Tekstslide

2. Waarom werd de VOC opgericht, welke bevoegdheden kreeg het van de Nederlandse staat en waarom is de VOC een voorbeeld van het handelskapitalisme? 
Waarom de VOC een voorbeeld is van handelskapitalisme: 
Om te starten verkocht de VOC aandelen, papieren waarmee de kopers mede-eigenaar werden van het bedrijf. Met het geld van de aandeelhouders betaalde de VOC alles wat nodig was, zoals zeeschepen, salarissen en zilver om producten te kopen. Een deel van de winst ging jaarlijks naar de aandeelhouders, de rest werd in het bedrijf gestoken. 

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoel 3
3 Leg uit welke rol de VOC speelde in de handel tussen Europa en Azië en welke rol zij speelde in de inter- Aziatische handel.  

Maak leerdoel 3 aan de hand van: het handelsnetwerk van de VOC

Slide 18 - Tekstslide

Lees VOC en WIC
De VOC werd opgericht in 1602, maar waar staat VOC voor?
A
Verenigde Oostelijke Compagnie
B
Verenigde Oost-Indische Club
C
Verenigde Oostwaartse Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Compagnie

Slide 19 - Quizvraag

In welk gebied was VOC vooral actief
A
Azië
B
Amerika
C
Europa
D
Afrika

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heten de dorpen in overzeese gebieden van waaruit de VOC handelde?
A
aanleghavens
B
VOC -dorpen
C
kolonie
D
factorijen

Slide 21 - Quizvraag

2) De VOC speelde in "de Gouden Eeuw" een belangrijke rol.
Wat was de VOC?
De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC was een grote Handelsvereniging en mocht oorlog voeren
B
De VOC was een vereniging van kooplieden en handelaren en mocht verdragen sluiten
C
De VOC was een onderneming waarvan je aandelen kon kopen en mocht forten bouwen
D
De VOC was een beursgenoteerd bedrijf en mocht als enige handel drijven met Azië

Slide 22 - Quizvraag

De VOC kreeg van de Staten-Generaal in 1602 het monopolie op de vaart en de handel met gebieden ten oosten van Kaap de Goede Hoop.

Wat wordt daarmee bedoeld?

A
Al het geld dat met de handel in Azië werd verdiend, moest aan de Staten-Generaal worden gegeven.
B
Alle mensen die in Aziatische landen woonden, waren voortaan Nederlander.
C
Alleen de VOC mocht handel drijven ten oosten van Kaap de Goede Hoop.
D
Alles ten oosten van Kaap de Goede Hoop was voortaan Nederlands koloniaal gebied.

Slide 23 - Quizvraag

De VOC had een aantal rechten.
Wat was geen recht van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren en forten bouwen
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht Nederland besturen .
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië

Slide 24 - Quizvraag

WIC
A
De protestantse reformatie
B
Het begin van de Europese expansie
C
Het begin van een wereldeconomie
D
De opstand in de Nederlanden

Slide 25 - Quizvraag

De WIC voer op
A
Indonesië
B
Suriname
C
Scandinavië
D
Amerika

Slide 26 - Quizvraag

Wat deed de WIC?
A
Handelen in slaven.
B
Handelen in slaven, wapens en producten.
C
Handelen in werknemers, kruiden en producten.
D
Handelen in werknemers, wapens en meubels.

Slide 27 - Quizvraag

WIC
A
Verenigd Oost-Indische Compagnie
B
West-Indische Compagnie
C
West Indiaanse Gemeenschap
D
West Indonesische Compagnie

Slide 28 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de WIC?
A
Opgericht in 1621
B
Slaven, tabak, suiker
C
Handelsmonopolie
D
Oost-Indië (Azië)

Slide 29 - Quizvraag