economisch rekenen KADER/GL

TITEL 
Wat leer jij deze LessonUp? 

  1. Ik kan rekenen met een verhoudingstabel 
  2. Ik kan rekenen met procenten volgens de formule getal:100xpercentage


Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TITEL 
Wat leer jij deze LessonUp? 

  1. Ik kan rekenen met een verhoudingstabel 
  2. Ik kan rekenen met procenten volgens de formule getal:100xpercentage


Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper  

Slide 1 - Tekstslide

Verhoudingstabel
Veel rekenopdrachten (delen en keer) zijn eenvoudig op te lossen met een verhoudingstabel.
De tabel heeft rijen en kolommen. Een rij loopt horizontaal en een kolom verticaal.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het antwoord is 32,  want je doet bij limonade 2x2 = 4 dan zou je bij water ook keer 2 moeten doen. 
Daarom wordt het dan 16 x 2 = 32.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Is dit een verhoudingstabel?
aantal meters
12
60
aantal seconden
5
25
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een verhoudingstabel?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Reken uit wat er op de vraagteken moet komen staan.

Slide 8 - Open vraag

Maak de verhoudingstabellen compleet.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ga nu verder op de volgende dia met percentage berekenen.

Slide 12 - Tekstslide

Rekenen met percentage
In de economie reken je vaak met percentages. Percentage is een ander woord voor procent. Op de volgende dia zie je de formule die je kunt gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

BEDRAG AAN RENTE UITREKENEN
Percentage (%) : 100 x spaarbedrag
of
spaarbedrag : 100 x percentage



Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Je hebt €1000,- op je spaarrekening. Je krijgt 7% rente per jaar. Reken hoeveel euro rente je krijgt in euro's.



*rente is een vergoeding (extra geld) die je krijgt van de bank.

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord
7% : 100 x €1000,- = €70,-
of
€1000,- : 100 x 7% = €70,-

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Herhaling
Ga verder op de volgende dia.

Slide 18 - Tekstslide

Reken met behulp van een verhoudingstabel uit hoeveel ML melk je nodig hebt bij 2 pannenkoeken als je bij 7 pannenkoeken 300ML nodig hebt.
A
85,7ML
B
77,4ML
C
42,9ML
D
128,6ML

Slide 19 - Quizvraag

Reken uit hoeveel € je krijgt van een spaarbedrag van €2500 over 6,3 % rente.
A
€15.750
B
€3,97
C
€250,00
D
€157,50

Slide 20 - Quizvraag

Reken uit hoeveel € je krijgt van een spaarbedrag van €3700 over 4,8 % rente.
A
€88,80
B
€177,60
C
€770,83
D
€370,00

Slide 21 - Quizvraag

Reken met behulp van een verhoudingstabel uit. Hoeveel € moet je betalen als je 600 gram kaas wil halen, als 100 gram kaas €0,80 is.
A
€4,80
B
€7,50
C
€2,40
D
€3,50

Slide 22 - Quizvraag

Einde Les

Slide 23 - Tekstslide