Anatomie & fysiologie darmen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Anatomie & fysiologie darmen

Hoe heb jij je op deze les voorbereidt?

1. Niet
2. Een beetje
3. Voldoende

Even opfrissen!

Je krijgt een afbeelding van de spijsverteringsorganen. Noteer wat hoort waar:

1. Lever (Hepar)

2. Twaalfvingerige darm (Duodenum)

3. Mond-keelholte (cavum oris-farynx)

4. Kronkeldarm (Ileum)

5. Endeldarm (Rectum)

6. Blinde darm (Colon caecum)

7. Alvleesklier (Pancreas)

8. Dikke darm s-vormige deel (Sigmoid)

8. Galblaas (vesica biliaris)

9. Wormvormig aanhangsel (appendix)

10. Dikke darm: dwarse deel (Colon transversum)

11. Dikke darm: opstijgende deel (Colon ascendens)

12: Maag (Gaster)

13. Nuchtere darm (Jejenum)

14: Slokdarm (Oesofagus)

15. Dikke darm: dalend deel (Colon descendens)

 

Dunne darm

De totale lengte: 6 meter

Twaalf vingerige darm – 25 cm

Nuchtere darm – 2,5 meter

Kronkeldarm – 3,5 meter

dunne darm

Darmplooien, darmvlokken  en microvilli--> oppervlaktevergroting

Dunnedarmsap--> enzymen 

Opname van verteerde voedingsstoffen

Dunne darm

-oppervlakte vergroting door

darmplooien en darmvlokken

-opname in bloed door veel haarvaatjes

Dunne darm

• Darmsapklieren produceren darmsap
• Darmsap: Enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten verder afmaken
• Water met voedingsstoffen en verteringsproducten worden opgenomen via de darmwand (villi=darmvlokken)

De dikke darm

De dikke darm (colon): Laatste deel van de spijsvertering

• Ongeveer 1.5 meter lang
• Bevat onverteerde resten uit dunne darm
• Bevat veel (goede) bacteriën
• Bacteriën produceren o.a. vitamine K!
• Dikke darm neemt ook vocht op uit voedselbrij

Ontlasting: Slijm, water, onverteerde voedingsresten en 

darmbacteriën

Krijgt binnen wat de dunne darm niet kan verwerken, zoals voedingsvezels. Deze voedingsvezels worden afgebroken door de bacteriën in de dikke darm. 

De dikke darm neemt de door bacteriën geproduceerde vitamine K op. Vitamine K is nodig voor de bloedstolling.

Colon

• produceert feces
•  6 onderdelen

1. Coecum (Blindedarm) 
2. Colon ascendens  
3. Colon transversum
4. Colon descendens 
5. Sigmoïd (S vormige deel)
6. Rectum (Endeldarm)

Dikke darm, blinde darm en endeldarm

• Onder de overgang van dunne naar dikke darm ligt de blinde darm, met wormvormig aanhangsel. Geen functie vertering
• Dikke darm: Onverteerde voedselresten. Bevat nog veel water.
• Ingedikte, onverteerde voedselresten --> endeldarm.
• Tijdelijke opslag die wordt afgesloten met een kringspier.
• Wanneer de tijd rijp is..... 

peristaltische bewegingen

Verteringssappen

= sappen gemaakt door spijsverteringsklieren.

• Speekselklieren
• Maagsapklieren
• Lever
• Alvleesklier
• Darmsapklieren

Bevat vaak enzymen;

helpen met het omzetten van een 

voedingsstof in een andere stof die

opgenomen kan worden door het lichaam.

Enzymen

• Enzymen zijn stoffen die  reacties sneller laten verlopen.
• Het enzym zelf verandert niet en kan opnieuw gebruikt worden.

Enzym-werking:

Mechanische vertering:

• kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek
  

Chemische vertering:

• het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.

2 soorten vertering

Ziekten van de verschillende darmlocaties/functies

slijmvlies van alle darmen: 

- enteritis 

     door micro-organisme uit voedsel? >

     dan heet het: voedselvergiftiging. 

Alle lagen, in alle darmen: 

      ziekte van Crohn 

alle darmen: 

 - ileus (ook wel 'acute buik' genoemd)

     mechanisch: een echte fysieke    

                             obstructie 

     paralytisch: peristaltiek verloopt niet 

                           (goed) 

duodenum   

 - ulcus duodeni

Dikke darm: 

- enteritis alleen dikke darm

     slijmvlieslaag: Colitis Ulcerosa. 

- appendicitis 

- diverticulose en diverticulitis 

- obstipatie 

      > kan soms ileus veroorzaken. 

- poliepen > polyposis  

                complicatie > coloncarcinoom 

Dunne darm

Dikke darm

Lever

Alvleesklier

Endeldarm

Rectum

Slokdarm

Maag

Hoe heet de de kringspier die de overgang vormt van maag naar dunne darm?

1. Coecum
2. Chylus
3. Pyelum
4. Pylorus

Chylus: lymfevocht

Pylorus: maaguitgang

Coecum: blinde darm

Pyelum: nierbekken

De ileocaecale klep bevindt zich tussen de dikke darm en:

1. Het jejunum
2. Het duodenum
3. Het ileum
4. De colon descendens

Op welke sluitspier kun je bewuste controle uitoefenen?

1. Inwendige sluitspier
2. Uitwendige sluitspier

Juist of onjuist?

Het opknippen in het darmkanaal van grote moleculen tot kleinere moleculen noem je mechanische vertering. (R)

1. juist
2. onjuist

Enzymen zijn nodig bij de

1. Mechanische vertering
2. Chemische vertering

Koolhydraten en eiwitten worden vanuit de darmen opgenomen in het bloed door:

1. Villi
2. Lymfen
3. Mucosa
4. Ductus

Verdieping

Verdieping:

Bekijk: https://youtu.be/C37hic9Woag (Spijsvertering)

https://jufdanielleacademie.com/courses/routekaart-spijsverteringsstelsel/lessons/dunne-darm/topic/video-dunne-darm/

https://jufdanielleacademie.com/courses/routekaart-spijsverteringsstelsel/lessons/dikke-darm/topic/video-dikke-darm/

Oefen: https://www.anatomie-online.nl/spijsvertering.html

Afsluiting

1. Wat vertel je vanavond thuis bij het eten over deze les?

2. Wat wordt je vervolg t.a.v dit onderwerp?

3. Welk cijfer geef je deze les en waarom?