H3. Herhaling par 5 en de parlementaire democratie 2324
De parlementaire democratie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De parlementaire democratie
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
nakijken paragraaf 5
bespreken paragraaf 6
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
Hoe het zit met de rechten van de mensen?
Wat trias politica is.
Hoe je invloed kan hebben op de politiek.
Slide 3 - Tekstslide
Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?
A
Recht van interpellatie.
B
Recht van amendement.
C
Stemrecht.
D
Recht van initiatief.
Slide 4 - Quizvraag
Welke uitspraken over de Eerste Kamer zijn juist? 1. De Eerste Kamer mag wetsvoorstellen veranderen. 2. De Eerste Kamer stemt als eerste over een wet. 3. De leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen. 4. Er zijn 75 Eerste Kamerleden.
A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
3 en 4
Slide 5 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. De Tweede Kamer stemt over wetsvoorstellen. 2. De ministers stemmen over de wetsvoorstellen van de Tweede Kamer.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Welke zinnen zijn juist? 1. De Tweede Kamer neemt een wetsvoorstel aan als de meerderheid vóór stemt. 2. De Tweede Kamer controleert of de ministers alle plannen goed uitvoeren.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Een belangrijke taak van de Tweede Kamer is de ministers controleren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat is belangrijk in een democratie?
Slide 9 - Woordweb
Kenmerken parlementaire democratie
Er zijn vrije en geheime verkiezingen en er is algemeen kiesrecht
De politieke macht ligt, namens de burgers, bij hij het parlement (Eerste en Tweede Kamer)
Elk besluit wordt genomen met een meerderheid van de stemmen
Er is een grondwet
Er is sprake van 'scheiding der machten" ofwel een Trias politica
Slide 10 - Tekstslide
De scheiding der machten
Slide 11 - Tekstslide
Welke machten?
Trias Politica
Slide 12 - Tekstslide
Verdeling van de macht
Waarom?
Maakt absolutisme en dictatuur onmogelijk
Voorkomt onrechtvaardigheid
Checks and balances: Verschillende machten controleren elkaar en ‘houden elkaar scherp’.
Slide 13 - Tekstslide
Trias Politica
(Driemachtenleer)
Slide 14 - Tekstslide
Wetgevende:
Regering en parlement gaan over de wetgeving in Nederland.
Regering = koning + ministers
Parlement = Eerste en Tweede Kamer
Minister komt met wetsvoorstel, parlement besluit of het goedgekeurd wordt!!
Slide 15 - Tekstslide
Uitvoerende:
Ministers zorgen ervoor dat de wetten goed worden uitgevoerd.
Geven opdrachten en richtlijnen aan ambtenaren of gemeentes!
Slide 16 - Tekstslide
Rechterlijke macht:
De rechters: kijken of iemand de wet heeft overtreden
Onafhankelijk:
Overheid moet zich zelfs houden aan wat de rechter zegt!
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Er is een grondwet
Er is een grondwet. Hieronder zie je een paar artikelen van de grondwet. Dit zijn allemaal grondrechten of mensenrechten.
Daarnaast heb je ook plichten,
zoals de plicht om belasting
te betalen.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Pressiegroepen
Groepen die druk uitoefenen op politici om ze voor hun standpunten te winnen
Belangrijke manieren = lobbyen en actievoeren
1. Belangenorganisaties -> komen op voor belangen van bepaalde groep in de samenleving (vakbonden & werkgeversorganisaties = sociale partners) ANWB, LAKS etc.
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag of huiswerk
Schrijf een samenvatting van paragraaf 6
Neem de dia met de raket helemaal over
maken 3.6 opdracht: 2, 4a, 7 en 13
Slide 25 - Tekstslide
Dictatuur
Alle macht in handen van één persoon of klein groepje