Paragraaf 4.2

Paragraaf 4.2 (1/2F)

Lengte en omtrek

Je leert de omtrek berekenen. 

Je leert rekenen met lengtematen. 

Uitleg

Lengte 

• Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. 
• De eenheid van lengte is de meter (m). 
• De omtrek van een figuur is de lengte die je om een figuur heen meet. 

Voorbeeld

Wat is de omtrek van de letter L?

1. 15 cm
2. 16 cm
3. 17 cm
4. 18 cm

Uitleg

Lengtematen omrekenen

Bij het omreken van lengtematen kun je dit schema gebruiken:

Omrekenen

1 km = 1000 m 

1 hm = 100 m 

10 dm = 1 m 

100 cm = 1 m 

1000 mm = 1m 

Voorbeeld

4 m = ? cm
1,5 m = ? mm
2 m = ? dm
1000 mm = ? m
200 cm = ? m

AAN DE SLAG MET PARAGRAAF 4.2

Paragraaf 4.2 (2F)

Eigenschappen van vlakke figuren 

Je leert meetkundige begrippen en eigenschappen van vlakke figuren. 

Uitleg

Evenwijdig en loodrecht

Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden (raken), zijn evenwijdig of parallel. 

Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90 graden) snijden (raken), noemen we loodrecht of haaks. 

Voorbeeld

Als het helder weer is, kun je in de lucht de condensstrepen zien die vliegtuigen achterlaten. De strepen van vliegtuig A en vliegtuig E...

1. Zijn evenwijdig
2. Staan loodrecht op elkaar
3. Zijn niet evenwijdig en staan ook niet loodrecht op elkaar
4. Zijn zowel loodrecht als evenwijdig

De strepen van vliegtuig D en vliegtuig E...

1. Zijn evenwijdig
2. Staan loodrecht op elkaar
3. Zijn niet evenwijdig en staan ook niet loodrecht op elkaar
4. Zijn zowel evenwijdig als loodrecht

De strepen van vliegtuig D en vliegtuig C...

1. Zijn evenwijdig
2. Staan loodrecht op elkaar
3. Zijn niet evenwijdig en staan ook niet loodrecht op elkaar
4. Zijn zowel evenwijdig als loodrecht

Uitleg

Symmetrie

Een figuur die je kunt dubbelvouwen zodat beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch. 

Een figuur die na draaien met zichzelf samenvalt, heet draaisymmetrisch. 

Dit figuur is spiegel symmetrisch

1. EENS
2. ONEENS

Dit figuur is draai symmetrisch

1. EENS
2. ONEENS

Hoeveel spiegellijnen heeft dit figuur?

1. Twee
2. Vier
3. Zes
4. Acht

AAN DE SLAG MET PARAGRAAF 4.2