ziek en advies geven B1

Frequente Onregelmatige Werkwoorden
met de "B". Maak een zin in de ovt en vtt
beginnen / bewegen / bekijken / bieden / blijken / blijven / breken /brengen
1. Gisteren (beginnen) ik mijn dag met een ochtendwandeling.
  • Gisteren begon ik mijn dag met een ochtendwandeling.
  • Gisteren ben ik mijn dag met een ochtendwandeling begonnen.

2. Tijdens de pauze (bewegen) de kinderen veel in de speeltuin.
  • Tijdens de pauze bewogen de kinderen veel in de speeltuin.
  • Tijdens de pauze hebben de kinderen veel  bewogen.


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NedelandsISK

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Frequente Onregelmatige Werkwoorden
met de "B". Maak een zin in de ovt en vtt
beginnen / bewegen / bekijken / bieden / blijken / blijven / breken /brengen
1. Gisteren (beginnen) ik mijn dag met een ochtendwandeling.
  • Gisteren begon ik mijn dag met een ochtendwandeling.
  • Gisteren ben ik mijn dag met een ochtendwandeling begonnen.

2. Tijdens de pauze (bewegen) de kinderen veel in de speeltuin.
  • Tijdens de pauze bewogen de kinderen veel in de speeltuin.
  • Tijdens de pauze hebben de kinderen veel  bewogen.


Slide 1 - Tekstslide

bekijken / bieden / blijken / blijven / breken / brengen

Slide 2 - Open vraag

Met gevoel reageren

Wat lastig!
Dat is niet leuk.
Wat vervelend
Advies

Je kunt het beste...
Misschien moet je...
.... is belangrijk
Reactie op advies

Goed idee.
Ja, dat is zo.
Ik weet het niet, hoor.

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan de woorden op het bord niet lezen meer lezen

Slide 4 - Open vraag

Ik voel me al heel lang moe en verdrietig

Slide 5 - Open vraag

Ik heb zere armen achter de computer

Slide 6 - Open vraag

Ik heb een droge mond en hoofdpijn

Slide 7 - Open vraag

Luister en zeg na
Wat lastig voor je!
Dat is niet leuk!
Wat vervelend!
Goed idee.
Ja dat is zo.
Ik weet het niet, hoor.
Sporten is belangrijk.

Slide 8 - Tekstslide

Ik heb erg last van hoofdpijn als ik op de computer werk.




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 9 - Tekstslide

Ik heb de laatste nachten niet goed geslapen




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 10 - Tekstslide

Ik heb veel last van stress




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 11 - Tekstslide

Ik kan niet goed opletten tijdens de les.




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 12 - Tekstslide

Ik ben de laatste tijd heel verdrietig




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 13 - Tekstslide

3. De dokter (bekijken) zorgvuldig de röntgenfoto's van mijn been.
4. Mijn moeder (brengen) gisteren een heerlijke fruitsalade mee naar huis.
5. Hij (bieden) me vriendelijk een glas water aan na de lange wandeling.
6. Na de griep (blijven) ik een week thuis om te herstellen.
7. Helaas (breken) mijn broer zijn arm tijdens het skateboarden.
8. De grammatica (blijken) makkelijker dan ik had verwacht.

Slide 14 - Tekstslide