1H/Vwo §5.3 Schaal

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

§5.3 Schaal

LEERDOEL:

berekeningen maken, gebruik makend van een 

verhoudingstabel

§5.3 Schaal

Je verjaardag vieren met 300 mensen is iets dat je

OP GROTE SCHAAL doet.

Belangrijke vraag voor 'schaal' is :

Wat stelt 1 cm op de tekening in werkelijkheid voor ?

Deze tekening kan zijn van een stad, land of een werelddeel.

Maar ook van een persoon, dier of wat dan ook.

Laten we een paar voorbeelden bekijken.

Voorbeeld van 

schaal:

Deze wezel is 75 cm lang,

in het echt.

Wat is de schaal van de

tekening ?

Wat is de schaal voor de tekening van de wezel ?

1. 1 : 7.5
2. 15 : 1
3. 1 : 15
4. 30 : 2

Oplossing.

Het goede antwoord was:  1 : 15

Schaal 1 : 15. betekent:

1 cm op de tekening is 15 cm in het echt.

De wezel is 75 cm lang.

Er volgt nog een opdracht.

De tekening of foto kan echter ook GROTER dan 

de werkelijkheid zijn !

Hierover gaan de volgende slides.

Taak :

Wat is de schaal van deze

tekening?

5.5 mm is de mier in het echt.

1. 2 : 1
2. 5 : 1
3. 1 : 2
4. 1 : 5

Oplossing :

1.  2.75 cm = 27.5 mm

2. 27.5 : 5.5 = 5

3. 5 mm op de tekening

     stelt 1 mm in het echt voor.

4.  De schaal is     5 : 1

1. 2 : 8
2. 4 : 1
3. 1 : 4
4. 0.5 : 2

Viel dit je al op :

We gebruiken zoveel mogelijk het getal 1 als we over schaal spreken.

Dus niet          2 : 10    maar   1 : 5

Ook schrijven we       3 : 2     en niet   1 : 2/3   

Geen breuk of decimale getallen in een verhouding!

Huiswerktijd.

+  Maak nu §5.3

+  Maak, corrigeer, neem foto's en stuur dien in in 

     Google Classroom (= GC).

+ Succes!