Module 4 H1.1 Tijd is geld

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Stakende studenten
een van de spelers op de vermogensmarkt
De basisbeurs is enkele jaren geleden voor studenten komen te vervallen. Hiervoor in de plaats is het leenstelsel gekomen. Eerder konden studenten een beurs (geldbedrag) ontvangen gedurende de duur van de studie (maximaal 4 jaar). Wanneer zij hun studie binnen 10 jaar afronden, werd dit bedrag omgezet in een gift. 
Nu kunnen studenten geld lenen van de overheid om hun studie te kunnen betalen. Dit tegen een extra laag rentetarief. Maar zij moeten dit bedrag dus wel weer terugbetalen. De rente op de studielening staat vaak onderdruk, de mogelijkheid bestaat dat deze verhoogd kan worden. De studenten in het filmpje protesteren hiertegen: "wij zijn geen melkkoeien".


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1) Bedenk een situatie waarin de vraag naar vermogen stijgt.
2) Bedenk een situatie waarin het aanbod naar vermogen stijgt.
Verklaar je antwoord.

Slide 13 - Open vraag

Je weet nu
  1. Wie de vragers en aanbieders op de vermogensmarkt zijn
  2. Wat de algemene prijs van tijd is
  3. Dat centrale banken de refirente/reporente kunnen gebruiken als instrument om de economie te beïnvloeden


Slide 14 - Tekstslide

Prijs van tijd
- Individuele prijs van tijd, voor iedereen anders, waar kies je op dat moment voor?
- Algemene prijs van tijd, voor iedereen gelijk, iedereen ontvangt hetzelfde percentage rente. 
Steeds afweging maken, sparen of lenen? 

Slide 15 - Tekstslide

Als de algemene prijs van tijd hoger is dan de individuele prijs van tijd zal de consument sparen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Het verschuiven van toekomstige koopkracht naar het heden.
A
lenen
B
financiering
C
krediet

Slide 17 - Quizvraag

Het verschuiven van bestaande koopkracht naar de toekomst.
A
sparen
B
termijn
C
financiering
D
polis

Slide 18 - Quizvraag

Ruilen over tijd, wat is dat ?
Als je ruilt over de tijd kies je ervoor om of in het heden of in de toekomst meer geld tot je eigen beschikking te hebben. 

Voorbeelden:
Wie spaart                                                 Uitstellen van eigen consumptie betekent ruilen over tijd
Als je geld leent                                      Ook vervroegen van consumptie betekent ruilen over tijd
Je eigen pensioensopbouw             Uitstellen van eigen consumptie betekent ruilen over tijd


Slide 19 - Tekstslide

Rente: prijs van tijd
  • Als je jouw consumptie wil vervroegen (door geld te lenen), betaal je daar rente voor.
  • Als je jouw consumptie wil uitstellen (door geld te sparen), krijg je daar rente voor.
  • Rente is dus eigenlijk de algemene prijs voor tijd

Slide 20 - Tekstslide

Rente: prijs van tijd
Ruilen in de tijd 
  • van nu (heden) naar de toekomst (=> sparen)
  • van toekomst naar nu (=> lenen)
  • noemen we: intertemporele ruil (ruilen in de tijd)

Slide 21 - Tekstslide

Rente: prijs van tijd
Rente is de algemene prijs van tijd.
  • Iedereen heeft ook een persoonlijke voorkeur voor nu consumeren (en lenen) of later consumeren (en eerst sparen)
  • Persoonlijke voorkeur => individuele prijs van tijd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Rente: prijs van tijd
  • Sparen als individuele kosten (ongemak) van sparen lager zijn dan de opbrengsten (rente, algemene prijs) van sparen.
  • Lenen als individuele kosten (ongemak) van sparen hoger zijn dan de kosten (rente, algemene prijs) van lenen.

Slide 24 - Tekstslide