M4 H1 De prijs van tijd

M4 H1 De prijs van tijd
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

M4 H1 De prijs van tijd

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het inkomen
dat door een gezin verdiend wordt?

Slide 2 - Woordweb

Inkomen van gezinnen
  • Belasting betalen
  • Eten / spullen kopen => Consumptie
  • Sparen

Slide 3 - Tekstslide

Stel je wil een scooter kopen.
Wat heeft je voorkeur?
A
Sparen tot je genoeg geld hebt
B
Nu kopen en geld ervoor lenen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het voordeel
als je ergens voor spaart?

Slide 5 - Woordweb

Wat is het voordeel
als je ergens voor leent?

Slide 6 - Woordweb

Rente: prijs van tijd
  • Als je jouw consumptie wil vervroegen (door geld te lenen), betaal je daar rente voor.
  • Als je jouw consumptie wil uitstellen (door geld te sparen), krijg je daar rente voor.
  • Rente is dus eigenlijk de algemene prijs voor tijd

Slide 7 - Tekstslide

Rente: prijs van tijd
Ruilen in de tijd 
  • van nu (heden) naar de toekomst (=> sparen)
  • van toekomst naar nu (=> lenen)
  • noemen we: intertemporele ruil (ruilen in de tijd)

Slide 8 - Tekstslide

Rente: prijs van tijd
Rente is de algemene prijs van tijd.
  • Iedereen heeft ook een persoonlijke voorkeur voor nu consumeren (en lenen) of later consumeren (en eerst sparen)
  • Persoonlijke voorkeur => individuele prijs van tijd.

Slide 9 - Tekstslide

Rente: prijs van tijd
  • Sparen als individuele kosten (ongemak) van sparen lager zijn dan de opbrengsten (rente, algemene prijs) van sparen.
  • Lenen als individuele kosten (ongemak) van sparen hoger zijn dan de kosten (rente, algemene prijs) van lenen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

M4 Heden, verleden, toekomst
Deze module gaat over ruilen in de tijd, van:
  • Gezinnen => verdienen, lenen, sparen in mensenleven
  • Bedrijven => investeren, produceren, verdienen
  • Overheid => investeren, collectieve goederen, staatsschuld
Voordat we daarmee beginnen:
  • Waarde van het geld, kijken naar inflatie en rendement

Slide 12 - Tekstslide