Engelse werkwoorden

Welkom!

Engelse werkwoorden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Engelse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
  •    Voltooid deelwoord
  •    Tegenwoordig deelwoord (3F)

Slide 2 - Tekstslide

Die studenten hebben wel een extraatje ... (verdienen).
A
verdient
B
verdiend

Slide 3 - Quizvraag

Hij heeft de patiënt netjes ... (behandelen).
A
behandelt
B
behandeld

Slide 4 - Quizvraag

Vandaag
  •    Uitleg Engelse werkwoorden



Doel van vandaag
Ik kan Engelse werkwoorden juist spellen.

Slide 5 - Tekstslide

Engels werkwoord?

Promoten
A
Engels werkwoord
B
Geen Engels werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Engels werkwoord?

Updaten
A
Engels werkwoord
B
Geen Engels werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Engels werkwoord?

Gooien
A
Engels werkwoord
B
Geen Engels werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
  •    Managen
  •    Relaxen
  •    Surfen
  •    Pleasen
  •    Gamen
  •    Deleten


Slide 9 - Tekstslide

Vervoeging - Tegenwoordige tijd
Werken
Ik werk
Hij werkt
Wij werken



Relaxen
Ik relax
Hij relaxt
Wij relaxen



Slide 10 - Tekstslide

Vervoeging - Verleden tijd
Werken
Ik werkte
Hij werkte
Wij werkten



Relaxen
Ik relaxte
Hij relaxte
Wij relaxten



Slide 11 - Tekstslide

Vervoeging - Voltooid deelwoord
Werken
Ik heb gewerkt



Relaxen
Ik heb gerelaxt



Slide 12 - Tekstslide

Let op de uitspraak! - Tegenwoordige tijd
  •     Relaxen    >    Ik relax

  •     Racen       >    Ik rac = Ik race / Hij racet
  •     Gamen     >    Ik gam = Ik game / Hij gamet
  •     Updaten  >    Ik updat = Ik update / Hij updatet


Slide 13 - Tekstslide

Let op de uitspraak! - Verleden tijd
  •     Relaxen    >    Ik relax

  •     Racen       >    Ik race = Ik racete 
  •     Gamen     >    Ik game = Ik gamede
  •     Updaten  >    Ik update = Ik updatete

Slide 14 - Tekstslide

Let op de uitspraak! - Voltooide tijd
  •     Relaxen    >    Ik relax

  •     Racen       >    Ik racete = Ik heb geracet
  •     Gamen     >    Ik gamede = Ik heb gegamed
  •     Updaten  >    Ik updatete = Ik heb geüpdatet

Slide 15 - Tekstslide

Werkwoorden met een dubbele medeklinker
  •    Appen, grillen, stressen

  •    Behoud dubbele medeklinker als dat nodig is voor de uitspraak.


Appen
  • Ik app, hij appt
  • Ik appte, hij appte
  • Ik heb geappt 
Stressen
  • Ik stres, hij strest
  • Ik streste, hij strest
  • Ik heb gestrest 

Slide 16 - Tekstslide

Werkwoorden met een dubbele medeklinker
  •    Volleyballen, paintballen

  •    Engels worden uitgesproken? Behoud de dubbele medeklinker.


Volleyballen
  • Ik volleybal, hij volleybalt
  • Ik volleybalde
  • Ik heb gevolleybald
Paintballen
  • Ik paintball, hij paintballt
  • Ik paintballde
  • Ik heb gepaintballd

Slide 17 - Tekstslide

Hij heeft gister ... (mountainbiken).
A
gemountainbiked
B
gemountainbiket

Slide 18 - Quizvraag

Zij ... (e-mailen) mij dat bestand nog even.
A
e-mailt
B
e-maild
C
e-mailet
D
e-mailed

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 3 van Taalverzorging 2.4 (staan in de planning!)
Je werkt in duo's. Help elkaar!
Als je er samen niet uitkomt, kun je Susan vragen.
20 minuten.
Je kunt het Engelse werkwoord juist spellen.
-   Extra oefenen via CambiumNed.
-   Aan de slag met iets wat voor jou relevant is.
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Ik ... (skaten) graag met mijn vrienden.
A
skate
B
skat

Slide 21 - Quizvraag

Ik heb ... (timen) hoe lang ik over dat parcours deed.

Slide 22 - Open vraag

Mijn broertje ... (gamen) vroeger erg veel.
A
gamete
B
gamede
C
gamde
D
gamte

Slide 23 - Quizvraag

Vandaag
  •    Uitleg Engelse werkwoorden



Doel van vandaag
Ik kan Engelse werkwoorden juist spellen.

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les
  •    Alles door elkaar

Huiswerk
  •    Taalverzorging 2.4 - Opdracht 1 t/m 3

Slide 25 - Tekstslide

DIYDLPMG
www.jouwmening.nu 

Slide 26 - Tekstslide