7.3

Wat leer ik dit hoofdstuk?
Afronding 7.2 en 7.3
  • Ik ken de gevolgen van sociale ongelijkheid 
  • Ik weet hoe sociale ongelijkheid wordt bestreden
  • Ik weet hoe de ontwikkelingen in de 21e eeuw leiden tot   veranderende verhoudingen
Leerdoelen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat leer ik dit hoofdstuk?
Afronding 7.2 en 7.3
  • Ik ken de gevolgen van sociale ongelijkheid 
  • Ik weet hoe sociale ongelijkheid wordt bestreden
  • Ik weet hoe de ontwikkelingen in de 21e eeuw leiden tot   veranderende verhoudingen
Leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaal en positieverwerving
Kapitaal kan een middel zijn om een betere maatschappelijke positie te verwerven.
Er zijn 3 soorten kapitaal: 
1. Economisch: bezit of inkomen
2. Sociaal: connecties, netwerken, mate van respect.
3. Cultureel: culturele competenties zoals kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor hoge posities.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoe kan sociaal kapitaal bijdragen aan positieverwerving?
Hoe kan sociaal kapitaal bijdragen aan positieverwerving?

Slide 3 - Open vraag

Antwoord: Sociaal kapitaal verwijst naar een sociaal netwerk en sociale vaardigheden. Beide kunnen het makkelijker maken om bijvoorbeeld (via je netwerk) een baan of  een stage te bemachtigen.
Sociale uitsluiting
Er is sprake van sociale uitsluiting bij meer dan 1 van de volgende bestanddelen: 
Beperkte sociale en politieke participatie, beperkte normatieve integratie, niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften, geringe toegang tot sociale grondrechten. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Benadruk dat armoede een relatief begrip is en dat dit in Nederland een andere betekenis heeft dan bijvoorbeeld in India 
§7.3 De gevolgen van sociale ongelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

Pagina 147
Gevolgen van sociale ongelijkheid
Op micro- en meso niveau komt dit terug in:
onderwijs, cultuur en vrijetijdsbesteding, politiek en gezondheid. 
Gevolgen van sociale ongelijkheid zijn zichtbaar op micro-, meso- en macroniveau: 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs
  • Mate van cultureel kapitaal
  • Verschillende behandeling en communicatie met leraren
  • Referentiekader wat betreft onderwijs
Kinderen van hoogopgeleide ouders presteren vaak beter dan kinderen van laagopgeleide ouders door:

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passen de vrijetijdsbestedingen eerder bij de elitecultuur of bij de massacultuur?
Massacultuur
Elitecultuur

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur en vrije tijd
  • Elitecultuur: museum, theater, klassieke muziek
  • Massacultuur:  actiefilms, volksmuziek
Er zijn verschillen in vrijetijdsbesteding tussen hoog- en laagopgeleiden: 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Stelling: Mensen met een lagere opleiding participeren meer in de politiek dan mensen met een hogere opleiding.
Stelling: 'Mensen met een lagere opleiding participeren meer in de politiek dan mensen met een hogere opleiding'. 
Eens
Oneens

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De politiek
Verschillen in maatschappelijke positie leiden tot verschillen in deelname aan de politiek. 
Er zijn 2 soorten politieke participatie: 
1. Electorale politieke participatie: alles wat te maken heeft met verkiezingen
2. Niet-electorale politieke participatie: invloed uitoefenen via andere wegen dan verkiezingen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies




Om welk soort politieke participatie gaat het in dit fragment?
Om welk soort politieke participatie gaat het in dit fragment?
A
Electorale politieke particpatie
B
Niet-electorale politieke participatie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheid
Verschillen in klasse en opleidingsniveau leiden tot verschillen in levensverwachting. Dit heeft te maken met:
  • Kennis
  • Levensstijl
  • Gedrag
  • Communicatievaardigheden 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Samenvattende video

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke termen zouden volgens jou hoog- en laagopgeleid kunnen vervangen?
Welke termen zouden volgens
jou hoog- en laagopgeleid kunnen
vervangen?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Conflicten
Maatschappelijke verschillen kunnen leiden tot sociale ongelijkheid en uiteindelijk tot conflict. Bijvoorbeeld:
  • Gender
  • Generaties
  • Klasse
  • Etniciteit
  • Regio

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Voorbeeld van regio verschillen tussen de (stedelijke) beleidsmakers en de boeren die daar de gevolgen van ondervinden. 
Harmoniemodel
Conflictmodel
Overeenstemming bereiken door middel van overleg. 
Beïnvloeding van de media  (media-offensief) of door middel van betogingen en stakingen 
Omgaan met conflicten

Slide 21 - Tekstslide

Benadruk dat de manier waarop mensen omgaan met conflicten afhankelijk is van de cultuur in een samenleving. 
Gevolgen van conflicten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Noem een voorbeeld waarbij een politiek conflict tot maatschappelijke verandering heeft geleid.
Noem een voorbeeld waarbij een conflict tot maatschappelijke verandering heeft geleid.

Slide 23 - Open vraag

Bijvoorbeeld: de invoering van roetveegpiet
Maak/Huiswerk
Ga met je groepje werken aan samenvattingen en begrippenlijsten 7.1 tm 7.3
Deel deze met degene die nakijken en met mij.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies