In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
Informerende en instruerende teksten
kernzinnen
hoofdgedachte
hoofd- en bijzaken
Slide 2 - Tekstslide
vorige les
opbouw van een tekst
leesstrategieën
signaalwoorden
Slide 3 - Tekstslide
verkennend lezen
globaal lezen
intensief lezen
je weet de tekstsoort
je weet het onderwerp
je weet de hoofdgedachte van de tekst
Slide 4 - Sleepvraag
begrippendomino
Twee groepen
Iedereen krijgt 1 of meerdere kaartjes.
Leg samen de kaartjes in de goede volgorde.
Welke groep is als eerst klaar?
Slide 5 - Tekstslide
Advertentie op Instagram
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
activeren/overhalen
Slide 6 - Quizvraag
Nieuwsbericht over nieuwe coronamaatregelen
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen
Slide 7 - Quizvraag
Oproep om te gaan demonstreren tegen de uitrol van 5G
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 8 - Quizvraag
Je schrijft een brief aan de gemeente over de verkeersoverlast in jouw straat. Jij wilt dat daar iets aan gedaan wordt.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen
Slide 9 - Quizvraag
Je werkt op een ICT-afdeling van een bedrijf. Je mailt jouw collega's over hoe ze Teams moeten installeren op hun laptop.
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 10 - Quizvraag
Lees (en beluister) de tekst.
Slide 11 - Tekstslide
De tekst bestaat uit vier zinnen. Wat is volgens jou de belangrijkste zin?
Slide 12 - Open vraag
Als zin 2 de belangrijkste zin van de tekst is, wat is dan het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overhalen
Slide 13 - Quizvraag
Als zin 3 de belangrijkste zin van de tekst is, wat is dan het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overhalen
Slide 14 - Quizvraag
Welke dubbele betekenis heeft het woord 'grenzeloos' als je let op de titel en de inhoud van de tekst?
Slide 15 - Open vraag
HOOFDZAKEN
- wat belangrijk is in een tekst
- hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea
- tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden
Slide 16 - Tekstslide
KERNZINNEN
- in een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak
- andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen
Slide 17 - Tekstslide
KERNZINNEN
- een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea
- soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord
Slide 18 - Tekstslide
ONDERWERP van een tekst
- Het onderwerp van een tekst geeft aan waar de tekst over gaat. - Het onderwerp van een tekst kun je vaak met één of enkele woorden opnoemen.
- Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op: tussenkopjes en dikgedrukte of onderstreepte woorden.
Slide 19 - Tekstslide
HOOFDGEDACHTE van een tekst
- het belangrijkste van een tekst kan
in één zin samengevat worden:
de hoofdgedachte
Slide 20 - Tekstslide
HOOFDGEDACHTE van een tekst
- je vindt de hoofdgedachte van een tekst door de vraag te stellen:
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
- de hoofdgedachte van een tekst staat vaak in de inleiding of in het slot van een tekst
Slide 21 - Tekstslide
SAMENVATTEN
- een samenvatting is een zelfgemaakte, korte weergave van de belangrijkste dingen (de hoofdzaken) uit een tekst
- verwerk hoofdzaken in de samenvatting, laat bijzaken weg
- formuleer de samenvatting in je eigen woorden
Slide 22 - Tekstslide
SAMENVATTEN
- je gebruikt je eigen woorden in een samenvatting om jezelf te dwingen de leerstof te lezen, te verwerken en te begrijpen. Je legt zo verbanden met kennis die je al hebt.
- het is minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
Slide 23 - Tekstslide
Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Minder belangrijke dingen
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 25 - Quizvraag
Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten
Slide 26 - Quizvraag
hoofdgedachte?
Slide 27 - Tekstslide
Wat is de hoofdgedachte van de tekst op de vorige slide?
A
Het boeddhisme leert dat mensen vaak ongelukkig zijn, omdat ze hun leven lang op zoek zijn naar aardse rijkdom, zoals geld en mooie spullen.
B
Door zich in de leer van het boeddhisme te verdiepen en elke dag te mediteren kunnen mensen het volmaakte geluk bereiken.
C
Pas als de mens nergens meer naar verlangt, is hij volmaakt gelukkig.
D
De mens wordt pas gelukkig als hij dit verlangen kan loslaten en op zoek gaat naar geestelijke rijkdom.
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 29 - Quizvraag
Huiswerk:
Taak 3: Opdracht 1, 3, 4, 5 en 7
opbouwopdrachten: samenhang husseltaak en intensief lezen