Taak 5 goed gebekt (deel 1)

Uitdrukkingen/gezegdes
Wat betekenen de volgende uitdrukkingen en gezegdes?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uitdrukkingen/gezegdes
Wat betekenen de volgende uitdrukkingen en gezegdes?

Slide 1 - Tekstslide

1. Hij maakt zich er met een jantje-van-leiden van af.
A
Hij raffelt het af
B
Hij doet het heel goed
C
Hij doet of zijn neus bloedt

Slide 2 - Quizvraag

2. In de schaduw van iemand staan.
A
Iemand na-apen
B
Iemand in de weg staan
C
Minder goed zijn dan een ander

Slide 3 - Quizvraag

3. De goeden niet te na gesproken.
A
Spreek niet te veel met goede mensen
B
Iets geldt niet voor degenen die zich er niet schuldig aan maken
C
Probeer niet altijd iemand te imiteren.

Slide 4 - Quizvraag

4. Goedkoop is duurkoop.
A
Alles wat goed is, is duur
B
Wat duur is, moet je niet kopen.
C
Iets wat goedkoop gekocht is, blijkt vaak niet goed te zijn.

Slide 5 - Quizvraag

5. Het gaat hard tegen hard.
A
Vechten
B
Geen van de partijen wil toegeven
C
Erg op elkaar letten

Slide 6 - Quizvraag

6. De nieuwe directeur is een onbeschreven blad.
A
Iemand van wie nog niets bijzonders bekend is
B
Iemand zonder strafblad
C
Iemand die nooit gehuwd is geweest.

Slide 7 - Quizvraag

7. De afgetreden burgemeester werd aan de schandpaal genageld.
A
Gevangen genomen
B
In het openbaar vernederd door op zijn fouten te wijzen
C
Verboden een nieuwe baan te zoeken

Slide 8 - Quizvraag

8. Hij heeft ruggengraat.
A
Is een doorzetter
B
Kan heel veel tillen
C
Heeft chronische rugklachten

Slide 9 - Quizvraag

9. Het is op een oor na gevild.
A
Het is bijna klaar
B
Het is niet duidelijk te horen
C
Het is verbazingwekkend

Slide 10 - Quizvraag

10. Iets met argusogen bekijken.
A
Iets nauwelijks volgen
B
Iets met argwaan in de gaten houden
C
Iets nauwlettend volgen

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving?

Slide 12 - Tekstslide

Correlatie
Typografie
Associatie
Synoniem
Epidemie
De manier waarop iets gedrukt is
Een ander woord met dezelfde betekenis
Een gedachte die door iets opgeroepen wordt
Het verband tussen twee zaken/dingen
Een zich snel uitbreidende besmettelijke ziekte

Slide 13 - Sleepvraag

Eruptie
Relikwie
Titulatuur
Vivisectie
Monopolie
De uitbarsting van een vulkaan
Het alleenrecht om te handelen
Het nemen van proeven op levende dieren
Het gebruik van titels, bv. in correspon-dentie
Een overblijfsel van een heilige

Slide 14 - Sleepvraag

Vul aan met het juiste woord

Slide 15 - Tekstslide

Weg
Dank
Hand
Mouw
Sop
Iemand iets op de ... spelden
Naar de bekende ... vragen
Het ruime ... kiezen
Iets naar je ... zetten
Stank voor ... krijgen

Slide 16 - Sleepvraag

Lood
Lakens
Kaart
Munt
Meug
De ... uitdelen
Iets tegen heug en ... opeten
Ergens ... uit slaan
Dat is ... om oud ijzer
Iemand in de ... spelen

Slide 17 - Sleepvraag