In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WELKOM
Samenvatting
H2 bewegen
Ga naar lessonup.com
Slide 1 - Tekstslide
2.1 Functie van
het Skelet
Stevigheid geven
Vorm geven
Bescherming geven
Beweging mogelijk maken
Slide 2 - Tekstslide
Borstkas
De ribben zitten vast aan het borstbeen.
Het borstbeen, de ribben en de wervels samen noem je de borstkas
Slide 3 - Tekstslide
De beenderen van je been
Je heupbeenderen horen bij je bekken.
Aan je heupbeenderen zitten je dijbeenderen
Je onderbeen bestaat uit je scheenbeen en je kuitbeen
Slide 4 - Tekstslide
De schouders en armen
Het opperarmbeen zit vast aan het schouderblad.
Spaakbeen en ellepijp
Ellepijp zit vast aan de kant van je pink
Slide 5 - Tekstslide
Botten van de voet
Botten van de hand
Slide 6 - Tekstslide
Invullen skelet
timer
5:00
Slide 7 - Tekstslide
Een ander woord voor botten is beenderen
Het menselijk skelet bestaat uit 206 beenderen.
Samen vormen ze je skelet of beenderstelsel
SKELET
Slide 8 - Tekstslide
Harde en buigzame botten
Harde botten bestaan uit been/bot. Dat bevat kalk en een beetje lijmstof.
Buigzame botten bestaan uit kraakbeen. Kraakbeen bevat veel lijmstof en weinig kalk.
Slide 9 - Tekstslide
Beenverbindingen
Slide 10 - Tekstslide
2.2 Hoe werkt een gewricht?
De bolle gewrichtsknobbel past precies in de gewrichtskom.
Tussen de boten zit een dun laagje kraakbeen
Gewrichtskapsel, dit houdt de botten bij elkaar en beschermt het gewricht.
Het gewrichtskapsel maakt gewrichtsmeer.
Kapselbanden zorgen voor extra versteviging
Slide 11 - Tekstslide
Gewrichtssmeer
Gewrichtskapsel
Kapselband
Kraakbeenlaagje
Houdt botten bij elkaar
Geeft extra stevigheid aan grote gewrichten
Bescherming van botten tegen slijtage
Soepel bewegen van het gewricht
Slide 12 - Sleepvraag
Kogelgewricht
Het kogelgewricht is het meest beweeglijk
De ronde knobbel draait in de kom.
Slide 13 - Tekstslide
Kogelgewricht
Slide 14 - Tekstslide
scharniergewricht
Een scharniergewricht kan in één beweging heen en weer bewegen.
Denk aan een deur die open en dicht gaat.
Slide 15 - Tekstslide
Schaniergewricht
Tussen de vingerkootjes zit een scharniergewricht. Daarbij beweegt het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot. Je kunt alleen een beweging heen en terug maken.
Slide 16 - Tekstslide
Rolgewricht
Een rolgewricht zorgt ervoor dat twee beenderen langs elkaar kunnen bewegen.
De ellepijp blijft aan de kant van de pink
Slide 17 - Tekstslide
Topgangers, teengangers, zoolgangers
Slide 18 - Tekstslide
2.3 Bouw spier
Cellen in spieren noem je spiervezels.
Een groepje spiervezels noem je een spierbundel.
De spieren zitten met pezen vast aan de botten
Slide 19 - Tekstslide
Lijkt op spiervezels!
Slide 20 - Tekstslide
spier
spierbundel
pees
spiervezel
Slide 21 - Sleepvraag
Armbuigspier
Zit met pezen vast aan het spaakbeen en schouderblad
Arm buigen: Kort en dikker
Arm strekken: Lang en smaller
armbuigspier
(biceps)
Slide 22 - Tekstslide
Armstrekspier
Zit met pezen vast aan het ellepijp en schouderblad
In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn.
Slide 28 - Tekstslide
Spierscheuring (zweepslag)
KOELEN!
en rust
Slide 29 - Tekstslide
Drie veel voorkomende spierblessures zijn spierpijn, spierkramp en spierscheuring. Bij welk van deze blessures trekken de spiervezels allemaal tegelijk samen en lukt het niet ze weer te ontspannen?