Exercise 11: schrijf de betekenis van de woorden op.
Exercise 12: zet de Theme Words van groceries onder de afbeeldingen.
Exercise 13: los de raadsels op en vul de woorden in de puzzel in.
Exercise 14: geef aan of de stellingen juist of niet juist zijn.
Exercise 15: schrijf de betekenis van de woorden op.
Exercise 16: combineer de producten met de hoeveelheden. Bedenk daarna zelf woorden die passen bij de hoeveelheden
Exercise 17: teken drie producten + verpakking.
Exercise 18a: lees de strategie.