Formuleren - samengestelde zinnen

Programma
  • Lezen C-boek en titel noteren
  • Woordenschat
  • Formuleren - uitleg nieuwe    theorie 
  • Oefenen 
timer
1:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
  • Lezen C-boek en titel noteren
  • Woordenschat
  • Formuleren - uitleg nieuwe    theorie 
  • Oefenen 
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Opfrissen Woordenschat H1 en 2
Welke vijf woordraadstrategieën ken je nog? 
Wat is figuurlijk taalgebruik? 

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat H1 en 2
Vrijdag 11 december repetitie
Woordenlijst compleet? 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les heb je geleerd wat samengestelde zinnen zijn en kun je ze herkennen. 
  • Aan het einde van de les weet je wat voegwoorden zijn en kun je ze herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link





Heeft altijd één persoonsvorm.  




  • Heeft altijd twee persoonsvormen.
  • Voegwoord gebruiken: 
en, of, maar, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als en toen

Enkelvoudige zin 
Samengestelde zin 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je samengestelde zinnen?
  • Gebruik een voegwoord om van twee zinnen één zin te maken. 
  • Controleer of de woordvolgorde in de zin goed is.
Voorbeeld: 
- Karel leest een boek. Lotte luistert muziek.
- Karel leest een boek en Lotte luistert muziek.

Slide 7 - Tekstslide

Formuleren H1 (blz.30)
  • Noteer in je schrift: Formuleren H1 
  • Maak de startopdracht en opdracht 1, 2 en 3. 
  • Ben je klaar? Nog even lezen!
Oefenen
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Mart begon hard te lachen, .... hij had zijn pyjamabroek nog aan naar school.
A
maar
B
omdat
C
want
D
terwijl

Slide 9 - Quizvraag

Wij hopen op een Elfstedentocht, .... er ligt nog steeds geen ijs.
A
Want
B
Maar
C
Terwijl
D
Hoewel

Slide 10 - Quizvraag

.... David niet in topconditie was, scoorde hij drie keer in de tweede helft.
A
Hoewel
B
Maar
C
Omdat
D
Want

Slide 11 - Quizvraag

.... de spelers zich alvast warmlopen, komt het publiek het stadion binnen.
A
hoewel
B
maar
C
omdat
D
terwijl

Slide 12 - Quizvraag

Xandra heeft een nieuwe jas gekocht, .... ze de oude kwijt is.
A
hoewel
B
maar
C
omdat
D
terwijl

Slide 13 - Quizvraag

Een kleine  
Sinterklaas Quiz





Slide 14 - Tekstslide