Ontdek de wereld van bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Ontdek de wereld van bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Leerdoel

Aan het einde van deze les kunnen leerlingen bijvoeglijk naamwoorden in het Frans gebruiken.

Leg aan het begin van de les het leerdoel uit aan de leerlingen en zorg dat het duidelijk is wat er verwacht wordt.

Wat weet je al over bijvoeglijk naamwoord in het Frans?

Wat zijn bijvoeglijk naamwoorden?

Bijvoeglijk naamwoorden beschrijven iets of iemand. In het Frans komen ze vaak na het zelfstandig naamwoord.

Leg uit wat bijvoeglijk naamwoorden zijn en laat enkele voorbeelden zien. Vraag de leerlingen ook om voorbeelden te geven.

Manieren om bijvoeglijk naamwoord te gebruiken

Er zijn verschillende manieren om bijvoeglijk naamwoord te gebruiken in het Frans, zoals voor en na het zelfstandig naamwoord.

Leg de verschillende manieren uit en laat voorbeelden zien. Vraag de leerlingen ook om zelf zinnen te maken met bijvoeglijk naamwoord.

Mannelijk en vrouwelijk

In het Frans zijn er mannelijke en vrouwelijke bijvoeglijk naamwoorden. Het bijvoeglijk naamwoord moet overeenkomen met het zelfstandig naamwoord.

Leg uit hoe mannelijke en vrouwelijke bijvoeglijk naamwoorden gebruikt worden en geef enkele voorbeelden.

Meervoud

Bijvoeglijk naamwoorden hebben ook een meervoudsvorm in het Frans. Ook hierbij moet er rekening gehouden worden met geslacht.

Leg uit hoe meervoudsvormen van bijvoeglijk naamwoorden gebruikt worden en geef enkele voorbeelden.

Oefenen

Laat de leerlingen oefenen met bijvoeglijk naamwoord door middel van oefenzinnen. Geef feedback waar nodig.

Maak enkele oefenzinnen waarbij de leerlingen bijvoeglijk naamwoord moeten gebruiken. Geef feedback waar nodig.

Verdieping

De leerlingen kunnen zich verder verdiepen in bijvoeglijk naamwoord door het lezen van teksten en het kijken van video's.

Geef enkele bronnen waar de leerlingen zich verder kunnen verdiepen in bijvoeglijk naamwoord.

Samenvatting

Vat samen wat de leerlingen geleerd hebben over bijvoeglijk naamwoord in het Frans.

Vat samen wat de leerlingen geleerd hebben en herhaal het leerdoel.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.