DO 2 - les 7: "Evaluatie"


LES 7:
"Evaluatie"
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Didactisch ontwerpen 2Hoger onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


LES 7:
"Evaluatie"

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is, volgens jou, een belangrijke reden om te EVALUEREN?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Quiztijd!
Wat is in de gegeven situatie de belangrijkste reden om te evalueren?

Slide 5 - Tekstslide

De leerkracht merkt aan het einde van de les op dat het niveau van de aangeboden leerinhoud te hoog lag. De volgende les moet aangepast worden.
A
Evaluatie van het curriculum
B
Evaluatie van de vorderingen van individuele leerlingen
C
Evaluatie van de prestaties van leerlingen
D
Evaluatie van het didactisch handelen

Slide 6 - Quizvraag

Jacob behaalde een onvoldoende op de thematoets. De leerkracht besluit om hem extra bijles aan te bieden alvorens hij aan het volgende thema kan beginnen.
A
Evaluatie van het curriculum
B
Evaluatie van de vorderingen van individuele leerlingen
C
Evaluatie van de prestaties van leerlingen
D
Evaluatie van het didactisch handelen

Slide 7 - Quizvraag

Het complementair groepswerk heeft niet de gehoopte resultaten opgeleverd. De leerkracht zal een andere aanpak moeten zoeken voor deze klasgroep.
A
Evaluatie van het curriculum
B
Evaluatie van de vorderingen van individuele leerlingen
C
Evaluatie van de prestaties van leerlingen
D
Evaluatie van het didactisch handelen

Slide 8 - Quizvraag

Zo'n 80% van de leerlingen behaalt een 'goed' op zijn of haar werkstuk. De vooropgestelde doelstelling werd dus bereikt. De leerkracht is trots.
A
Evaluatie van het curriculum
B
Evaluatie van de vorderingen van individuele leerlingen
C
Evaluatie van de prestaties van leerlingen
D
Evaluatie van het didactisch handelen

Slide 9 - Quizvraag

Fasen van het evaluatieproces

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2 (p. 244)
Classificeer de verschillende situaties in één van de vier evaluatiefasen.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2: correctiesleutel
  1. Fase 3: beslissingen nemen
  2. Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie (normering)
  3. Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie
  4. Fase 1: het verzamelen van gegevens
  5. Fase 1: het verzamelen van gegevens
  6. Fase 3: beslissingen nemen
  7. Fase 3: beslissingen  nemen
  8. Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie
  9. Fase 4: het rapporteren van de informatie
  10. Fase 1: het verzamelen van gegevens

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Quiztijd!
Heeft de uitspraak betrekking op formatieve of summatieve evaluatie?

Slide 14 - Tekstslide

Hoe zorg ik ervoor dat alle leerlingen in exact dezelfde omstandigheden (tijd, plaats, middelen, ...) de toets kunnen afleggen?
A
formatieve evaluatie
B
summatieve evaluatie
C
beide functies zijn van toepassing
D
geen enkele functie is van toepassing

Slide 15 - Quizvraag

Hebben mijn leerlingen de doelstellingen van deze les bereikt?
A
formatieve evaluatie
B
summatieve evaluatie
C
beide functies zijn van toepassing
D
geen enkele functie is van toepassing

Slide 16 - Quizvraag

Welke studenten kunnen volgend jaar starten aan hun basisstage in 2BASO?
A
formatieve evaluatie
B
summatieve evaluatie
C
beide functies zijn van toepassing
D
geen enkele functie is van toepassing

Slide 17 - Quizvraag

Gebruik ik een kleurcode of cijfers op het rapport van de studenten?
A
formatieve evaluatie
B
summatieve evaluatie
C
beide functies zijn van toepassing
D
geen enkele functie is van toepassing

Slide 18 - Quizvraag

Welke extra opdrachten voorzie ik voor studenten die sneller klaar zijn met hun basisopdracht?
A
formatieve evaluatie
B
summatieve evaluatie
C
beide functies zijn van toepassing
D
geen enkele functie is van toepassing

Slide 19 - Quizvraag

Het opstellen van schriftelijke toetsvragen
  • toets: een manier om evaluatiegegevens te verzamelen
  • evaluatie: zo objectief en zo concreet mogelijk
  • doelstellingen operationaliseren > items uitschrijven
  • geschikte vraagvorm kiezen
  • items nauwkeurig formuleren

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 5 (p. 246)
Schrijf bij volgende voorbeeldvragen om welke vraagvorm het gaat. Maak gebruik van je cursus.
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 5: correctiesleutel (deel 1)
  • Classificeervraag: de werkwoorden moeten geordend worden volgens het persoonlijkheidsdomein waarop ze betrekking hebben
  • Essay-vraag, niet – begrenzende open vraag:
    - leerling moet een langer antwoord schrijven
    - leerling is vrij in de aard en opbouw van zijn antwoord, ook de lengte van het antwoord is niet begrensd 
  • Tweekeuzevraag: er zijn twee antwoordmogelijkheden gegeven, waarvan de leerling er één moet aanduiden
  • Meerkeuzevragen (het correcte-antwoordtype)

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 5: correctiesleutel (deel 2)
  • Kort antwoordvraag
  • Matchingvraag: de leerlingen moeten relaties leggen tussen chemische elementen en hun symbool
  • Essay-vraag, begrenzende open vraag:
    - leerling moet een langer antwoord schrijven
    - de antwoordvrijheid is begrensd: de lengte van het antwoord ligt vast (max. 50 woorden)  
  • Rangschikvraag: de leerlingen moeten de gegeven antwoorden in een bepaalde volgorde plaatsen (chronologisch)

Slide 24 - Tekstslide

Objectieve toetsen en essaytoetsen
Essaytoetsen: leerlingen zoeken zelf het antwoord en formuleren het in eigen woorden

versus

Objectieve toetsen: leerlingen kiezen tussen twee of meer alternatieven of geven zeer korte antwoorden

Slide 25 - Tekstslide

Verschillende kenmerken
  • Vraagsoorten
  • Aantal items en betrouwbaarheid
  • Correctie van antwoorden
  • Raadkans
  • Spreiding toetsuitslagen
  • Moeilijkheid van het opstellen en verbeteren
  • Geschiktheid voor bepaalde doelstellingen

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 6 (p. 249)
Geef met een O of E in de tweede kolom aan of de uitspraken betrekking hebben op objectieve (O) of op essay-toetsen (E).
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 6: correctiesleutel (deel 1)
  1. Essay-toets
  2. Objectieve toets
  3. Essay-toets
  4. Objectieve toets
  5. Essay-toets
  6. Objectieve toets
  7. Essay-toets
  8. Objectieve toets
  9. Objectieve toets
  10. Essay-toets

Slide 28 - Tekstslide

Criteria voor het kiezen van vraagvormen
- Factoren die de keuze van de vraagvorm beïnvloeden:
  • de aard en het niveau van de doelstellingen
  • de manier waarop de resultaten van de taak zullen worden
    gebruikt
  • de beschikbare tijd voor constructie, afname, correctie en
    scoring van de vragen
  • de eigen bekwaamheden van de leerkracht
- Combinatie van objectieve en essayvragen

Slide 29 - Tekstslide

Richtlijnen bij het opstellen van schriftelijke toetsvragen
  • Algemene richtlijnen:
    - eenvoudige taal
    - duidelijke instructies
    - geen letterlijke items uit het handboek
    - geen ongewenste aanwijzingen (indicatoren) in de toets
  • Specifieke richtlijnen per vraagvorm: zie cursus p. ... - p. ...

Slide 30 - Tekstslide

Deeltaak 4: 'Evaluatie'

Slide 31 - Tekstslide

Deeltaak 4: 'Evaluatie'

Slide 32 - Tekstslide

Vooruitblik 
  • volgende sessie: vragenrondje en feedback op examentaak
  • aanwezigheid is niet verplicht
  • to do: verzamel je concrete vragen over jouw taak/taken

Slide 33 - Tekstslide