8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

Economie VMBO 3GL
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Economie VMBO 3GL

Slide 1 - Tekstslide

Samen werken aan ontwikkeling ?

In deze les leer je:

wat de kenmerken zijn van een ontwikkelingsland
welke oorzaken er zijn voor onderontwikkeling
hoe ontwikkelingslanden zich kunnen ontwikkelen

Slide 2 - Tekstslide

Samen werken aan ontwikkeling ?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ontwikkelingsland

Een ontwikkelingsland is een land met een grote economische achterstand ten opzichte van rijke westerse landen. 

Vooral in Azië, Afrika en Midden-Amerika vind je landen waar nog steeds veel armoede is.

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken ontwikkelingslanden

  • een laag inkomen per hoofd van de bevolking
  • snelle bevolkingsgroei
  • ondervoeding en gebrek aan schoon drinkwater
  • slechte gezondheidszorg
  • veel analfabetisme door een gebrek aan scholing
  • slechte infrastructuur
  • veel werkloosheid

Slide 6 - Tekstslide

Een manier om de welvaart van verschillende landen met elkaar te vergelijken, is door te kijken naar het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 7 - Tekstslide

Nationaal inkomen

= het totaal van alle inkomens van de inwoners van een land per jaar (huur, loon, rente, winst).

Je kunt pas landen met elkaar vergelijken als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


Slide 8 - Tekstslide

Inkomen per hoofd van de bevolking


Het inkomen per hoofd van de bevolking (of inkomen per hoofd) is het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.

Berekening
Inkomen per hoofd van de bevolking =
nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Slide 9 - Tekstslide

Door alleen te kijken naar inkomen per hoofd houd je te weinig rekening met andere factoren:


  • Hoe is de verdeling van het inkomen over de inwoners? In arme landen is meestal sprake van een ongelijke inkomensverdeling. Een klein deel van de bevolking is rijk, een groot deel is arm.
  • Hoeveel informele productie en zelfvoorziening is er in een land? Dit telt niet mee in het nationaal inkomen, maar zorgt wel voor welvaart.
  • De prijzen van producten in een land: in een land met lage prijzen kun je met eenzelfde inkomen meer kopen dan in een land met hoge prijzen.

Slide 10 - Tekstslide

Vicieuze cirkel


In ontwikkelingslanden is de armoede een oorzaak voor andere problemen.
Deze andere problemen houden op hun beurt weer de armoede in stand.  

Zo’n situatie, waarin de oorzaak van het ene probleem weer een gevolg is van een ander probleem, noem je een vicieuze cirkel.

Er is hulp van buitenaf nodig om de vicieuze cirkel te doorbreken.

Slide 11 - Tekstslide

De vicieuze cirkel van armoede

Slide 12 - Tekstslide

Soorten ontwikkelingshulp


  • Hulp op korte termijn
  • Structurele hulp
  • Gebonden hulp

Slide 13 - Tekstslide

Hulp op korte termijn

Hulp in noodsituaties noem je noodhulp en is gericht op de korte termijn. Omdat ontwikkelingslanden arm zijn, hebben ze hulp nodig bij natuurrampen, zoals overstromingen of juist extreme droogte.

Deze hulp is nodig om de mensen te laten overleven en bestaat meestal uit voedsel, drinkwater, tenten en medicijnen.

Slide 14 - Tekstslide

Structurele hulp
Deze hulp heeft als doel dat ontwikkelingslanden economisch 
zelfstandig worden.

Met bijvoorbeeld goed onderwijs en modernere machines kan een land op den duur meer welvaart opbouwen.

Dit is hulp op lange termijn.

Slide 15 - Tekstslide

Gebonden hulp

Gebonden hulp is hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden
gesteld worden.  

Een land dat ontwikkelingshulp geeft, kan bijvoorbeeld het ontwikkelingsland dat hulp ontvangt verplichten om goederen of diensten te kopen in het land dat de hulp biedt.

Slide 16 - Tekstslide

We kunnen ook zelf helpen ...
Heel makkelijk ... in de winkel bijvoorbeeld:

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingssamenwerking is het duurzaam vergroten van de welvaart in ontwikkelingslanden.
  • De Nederlandse overheid doet dat soms in de vorm van een gift, soms door een lening te verstrekken.  
  • De overheid geeft subsidies aan hulporganisaties, zoals Artsen Zonder Grenzen.
  • Nederland is lid van de Verenigde Naties (VN), een wereldwijde organisatie van landen die onder andere samenwerken aan de ontwikkeling van de wereldeconomie.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

We doen samen wat vragen :

Slide 21 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen met weinig analfabetisme
D
landen waar de productie en inkomens laag zijn

Slide 22 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
Slechte infrastructuur
B
Monocultuur
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Weinig analfabetisme

Slide 23 - Quizvraag

Inkomen per hoofd van de bevolking
=
A
het nationale inkomen
B
het gemiddelde inkomen per persoon

Slide 24 - Quizvraag

Inkomensverdeling betekent:
A
de manier waarop de mensen hun geld verdienen
B
de manier om waarbij het geld eerlijk verdeeld wordt
C
de manier waarop het inkomen is verdeeld over de mensen

Slide 25 - Quizvraag

Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland is een vorm van ...
A
noodhulp
B
structurele hulp
C
gebonden hulp

Slide 26 - Quizvraag

Maak de opgaven in GoFormative
Klik hieronder op de link om naar de vragen te gaan:

Slide 27 - Tekstslide

Even samen herhalen ..

Wat zijn de  zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland ?

Welke oorzaken er zijn voor onderontwikkeling ?

Hoe kunnen ontwikkelingslanden zich ontwikkelen ?

Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden herhalen ....
Kenmerken:

Oorzaken:

Hoe ontwikkelen ?:

Slide 29 - Tekstslide

Poll .....
Hoe vonden jullie de les ?

Heb je nog een idee om de les beter en/of interessanter en/of leuker te maken ?

Heb je nog een andere opmerking ?

Slide 30 - Tekstslide

Extra uitleg / informatie

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video