Het is maar een spelletje 2015-2

Het is maar een spelletje
Klokslag 0:00 uur opende 150 Nederlandse gamewinkels hun deuren voor degenen die een exemplaar van het computerspel GCR5 wilden kopen. Al ruim voor middernacht stonden er in Nederland lange rijen voor de gamewinkels. GCR5 is ontwikkeld door het softwarebedrijf Splendid; een van de weinige bedrijven die dergelijke spellen produceren. De eerste versie van het spel werd in september 203 wereldwijd geïntroduceerd. Tot nu toe zijn er in totaal 127 miljoen exemplaren verkocht. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Het is maar een spelletje
Klokslag 0:00 uur opende 150 Nederlandse gamewinkels hun deuren voor degenen die een exemplaar van het computerspel GCR5 wilden kopen. Al ruim voor middernacht stonden er in Nederland lange rijen voor de gamewinkels. GCR5 is ontwikkeld door het softwarebedrijf Splendid; een van de weinige bedrijven die dergelijke spellen produceren. De eerste versie van het spel werd in september 203 wereldwijd geïntroduceerd. Tot nu toe zijn er in totaal 127 miljoen exemplaren verkocht. 

Slide 1 - Tekstslide

1. Maak van de onderstaande zinnen een economische juiste tekst 
De gamewinkels hebben op de .....(1).... de meeste invloed op de prijs. Op de verkoopmarkt is er sprake van de marktvorm ......(2)..... en op de inkoopmarkt is sprake van de marktvorm .....(3).....
Kies uit:
1 Inkoopmarkt/verkoopmarkt
2 monopolistische concurrentie/oligopolie
3 monopolistische concurrentie/oligopolie

Slide 2 - Tekstslide

De gamewinkels hebben op de .....(1).... de meeste invloed op de prijs.
A
Inkoopmarkt
B
Verkoopmarkt

Slide 3 - Quizvraag

De gamewinkels hebben op de .....(1).... de meeste invloed op de prijs.
Verkoopmarkt
Op de inkoopmarkt zijn maar enkele aanbieders, daar is geen/weinig keuze om naar een concurrent te gaan.

Slide 4 - Tekstslide

Op de verkoopmarkt is er sprake van de marktvorm ......(2).....
A
Monopolistische concurrentie
B
Oligopolie

Slide 5 - Quizvraag

Op de verkoopmarkt is er sprake van de marktvorm ......(2)..... 
Monopolistische concurrentie 
Veel aanbieders van een heterogeen product 

Slide 6 - Tekstslide

op de inkoopmarkt is sprake van de marktvorm .....(3).....
A
Monopolistische concurrentie
B
Oligopolie

Slide 7 - Quizvraag

 op de inkoopmarkt is sprake van de marktvorm .....(3).....
Oligopolie 
Enkele aanbieders 

Slide 8 - Tekstslide

Voorafgaand aan de introductie van het spel GCR5 vond er in de directievergadering van Splendid een discussie plaats over de verkoopprijs. 
De financieel directeur: "Bij de eerste vier versies wilden we een groot marktaandeel en was onze doelstelling maximale omzet. Ik vind dat we bij GCR5 moeten streven naar maximale totale winst."
De algemeen directeur: "Dat betekend dat we een hogere prijs moeten kiezen"

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bereken de prijs die past bij de doelstelling van maximale omzet

Slide 11 - Open vraag

Een voorbeeld van een juiste berekening is:
Maximale omzet wordt bereikt bij MO=0
MO =-2Q + 50 
2Q = 50 
Q = 25 (aflezen uit grafiek is toegestaan) 
GO = −Q + 50
GO = −25 + 50
GO = 25: de prijs is € 25 

Slide 12 - Tekstslide

Bereken de prijs die past bij de doelstelling van maximale winst

Slide 13 - Open vraag

Een voorbeeld van een juiste berekening is:
Maximale totale winst wordt bereikt bij
MO = MK                     −2Q + 50 = 5
                                                     2Q = 45 
                                                        Q = 22,5 
GO = −Q + 50                           GO = −22,5 + 50
                                                      GO = 27,5: 
                                                     de prijs is € 27,50  

Slide 14 - Tekstslide

Oppervlakte consumentensurplus

Slide 15 - Open vraag

Consumentensurplus CDE

Slide 16 - Tekstslide

Oppervlakte producentensurplus

Slide 17 - Open vraag

Producenten surplus ACEG

Slide 18 - Tekstslide

Salim en zijn klasgenoot Kees hebben de introductie van het spel GCR5 als onderwerp voor een werkstuk. Het valt hen op dat bij de introductie alleen jongens in de rij stonden: geen meisje te bekennen. Om zich een beeld te vormen van het koopgedrag van jongeren bij dit computerspel maken Salim en Kees een schatting van prijselasticiteitscoëfficiënten. Bij waarde verschillen ze van mening. Salim verwacht hier een elasticiteit van -0,1 terwijl Kees uitgaat van een elasticiteit van -1. 

Slide 19 - Tekstslide

Welke waarde moet bij A worden ingevuld
A
-1,0
B
-0,1

Slide 20 - Quizvraag

Er staan alleen jongens in de rij om als eerste een computerspel te kopen. Jongens blijken dus minder prijsgevoelig dan meisjes bij de vraag naar games.

Slide 21 - Tekstslide

Ook vragen Salim en Kees zich af waarom GCR5 pas vanaf een leeftijd van 18 jaar mag worden gespeeld. Tijdens een onderzoek stuiten ze op een PGEI-richtlijn. Salim: "Er is sprake van zelfbinding omdat het softwarebedrijf zich aan deze PGEI-richtlijnen moet houden. 

Slide 22 - Tekstslide

Is de uitspraak van Salim juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

De PEGI-richtlijn wordt verplicht opgelegd door de EU. (Bij zelfbinding moet er sprake zijn van een vrijwillige strategie.)

Slide 24 - Tekstslide