1.2 Werken en wonen (B)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

1. Je weet wie Pieter Jelles Troelstra was.

2. Je weet 3 manieren te noemen hoe arbeiders hun situatie wilde veranderen.

3. Je weet het verschil tussen communisme en socialisme. 
Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Eén klagende arbeider kan snel worden ontslagen. 
Maar als alle arbeiders met het werk stoppen, staan de machines stil: dan moeten de fabrikanten wel luisteren! 
(1. Verandering door vakbonden)

Opschrijven: 
Arbeiders gaan steeds meer samenwerken in vakbonden: organisaties die namens een grote groep arbeiders onderhandelen met fabrikanten.  

Theorie

Slide 3 - Tekstslide

Om lid van een vakbond te mogen worden, betaal je maandelijks contributie. Uit deze pot met geld worden arbeiders tijdens een staking of als ze ziek zijn betaald. Komt ons dit ook bekend voor? 

Theorie

Slide 4 - Tekstslide

De Duitse filosoof Karl Marx vond het verkeerd dat de grote meerderheid in armoede leefde en de kleine minderheid in grote welvaart. Volgens hem moest particulier bezit worden afgeschaft: alles moest van iedereen zijn.  Mensen die de ideeën van Karl Marx in praktijk willen brengen, heten communisten. (2. Verandering door revolutie)

Opschrijven:
Hun leer heet het communisme: geen verschil meer tussen arm en rijk en dit desnoods met revolutie afdwingen. 

Theorie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ook andere mensen in de samenleving vonden de grote ongelijkheid verkeerd. Ondanks dat ze veel gemeen hebben met de communisten zijn ze ietwat gematigder. Dit zijn de sociaaldemocraten. (3. Verandering door het parlement)

Opschrijven:
Het streven naar een samenleving waarin bezit gelijk is verdeeld en waar de overheid zich veel met de arbeiders bemoeit noemen we socialisme

Theorie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Dit waren voorbeelden van 'rode' partijen vandaag de dag. Dit zijn voorbeelden van socialistische partijen die allemaal geinspireerd zijn door een Fries ..  (?)



Theorie

Slide 9 - Tekstslide

Opschrijven
Pieter Jelles Troelstra (1860-1930)

  • Richtte de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) op. 
  • Wilde betere levenomstandigheden voor arbeiders. 
  • Stond daarom voor algemeen kiesrecht



Slide 10 - Tekstslide

Theorie
De problemen van de arbeiders en van de arme mensen - waaronder dus de slechte woon- en leefomstandigheden - noemen we de sociale kwestie

Opschrijven:
De sociale kwestie zijn de problemen zoals de slechte woon- en leefomstandigheden voor arme mensen en het besef dat daar iets aan gedaan moest worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende sociale wetten zorgden langzaamaan steeds voor een beter leven: 

  • De Armenwet (1854)
  • Het kinderwetje van Van Houten (1874) 
  • De Leerplichtwet (1901) 
  • De Woningwet (1901)
  • De Ongevallenwet (1901)

Lees 'Sociale wetten' op pagina 28 en schrijf achter elke wet wat deze inhoudt.
Theorie

Slide 12 - Tekstslide

1. Je weet wie Pieter Jelles Troelstra was.

2. Je weet 3 manieren te noemen hoe arbeiders hun situatie wilde veranderen.

3. Je weet het verschil tussen communisme en socialisme. 
Leerdoelen nabespreken

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag: met de vragen
Maak de opdrachten van Par 1.2: wonen en werken
Vraag 8-9-10-11-12b

Slide 14 - Tekstslide