Standpunt en argumenten; betoog schrijven 3F les 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Standpunt en argumenten

 betoog schrijven 3F 

les 1

In deze les: 

• Een betoog: een standpunt onderbouwd met geldige argumenten
• Wat is een standpunt/stelling?
• Hoe maak ik een goed standpunt/een goede stelling?
• Wat zijn argumenten?
• welk soort argumenten bestaan er?
• Hoe onderbouw ik mijn standpunt met sterke argumenten?

Wat is volgens jou een standpunt/een stelling?

Een stelling:

In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan.

Daarvoor zijn twee vormen mogelijk:

• De regering heeft een goed milieubeleid.
• Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert.

Probeer een voorbeeld te geven van een stelling over het onderwerp 'coronamaatregelen'.

Hoe herken je een stelling:

Een stelling herken je aan signaalwoorden als: ik vind, volgens mij, kortom, alles bij elkaar genomen denk ik dat, dus.

Om een standpunt hard te maken zal een schrijver komen met een aantal argumenten (= de argumentatie) om je te overtuigen van de juistheid van een stelling.

Twee soorten stellingen:

1.  beleidsstelling:

MOBIELE TELEFOONS OP SCHOOL MOETEN VERBODEN

WORDEN

2. waardestelling:

DE JEUGD IS BETER AF ZONDER MOBIELE TELEFOON

Beleidsstelling: het beleid moet veranderen:

De Nederlandse overheid moet actiever zijn in het handhaven van de coronaregels

Waardestelling: je vindt iets ergens van:

Ik vind dat de Nederlandse overheid meer moet doen om de coronaregels te handhaven

Maak zowel een beleidsstelling als een waardestelling: drugsbeleid Nederland goed/slecht

En om een standpunt hard te maken zal een schrijver moeten komen met een aantal argumenten (= de argumentatie) om je te overtuigen van de juistheid van een stelling.

In je schrijfexamen gaat het om twee argumenten voor jouw stelling

Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert.

• Ook afgelopen jaar is er weinig gedaan tegen de opwarming van de aarde.
• Sommige planten en dieren kunnen zich aan de opwarming niet snel genoeg aanpassen en zullen met uitsterven bedreigd worden.

Argumenten:

Feitelijk:

Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.

Waarderend:

Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want dat vind ik de fijnste bios.

een feitelijk argument:

is controleerbaar

je hoeft het er niet mee eens te zijn:

Omdat je met een scooter een grotere kans loopt op een ernstig ongeluk dan op een fiets, lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.

waarderend argument:

Je geeft er een waarde aan, hangt er een oordeel aan:

Ik vind de mondkapjesplicht, die op 1 december is ingegaan, belachelijk.

Het is niet altijd even gemakkelijk om standpunt en argument te vinden:

Lang met spullen doen is goed voor het milieu, maar dat geldt niet voor koelkasten. Een moderne koelkast is namelijk zo veel zuiniger dat het loont om de aankoop van een zuinige koelkast niet uit te stellen. Toch vervangt 87 procent van de Nederlandse huishoudens de koelkast pas als deze kapot is.

Dat blijkt uit onderzoek van Milieu Centraal, uitgevoerd door TNS NIPO.

Milieu Centraal adviseert om een koelkast van zeven jaar of ouder nu te vervangen. De energie om een zuinige koelkast te maken wordt ruimschoots goedgemaakt door de energiebesparing.

Moderne koelkasten zijn 60 procent zuiniger dan een koelkast uit 2007. Een koelvriescombinatie uit 2007 kost per jaar 80 euro aan stroom, een A+++ uit 2014 kost maar 35 euro aan stroom.

Stelling: Je kunt koelkasten die ouder dan zeven jaar zijn, beter vervangen.

Argument: Het is goed voor het milieu

en: Koelkasten vervangen bespaart energie 

Bedenk een feitelijk en een waarderend argument:

De smartphone is onmisbaar.

Een tegenargument

Een tegenargument is een argument dat de 'tegenpartij'/ de tegen-jouw-stellingstemmers op jouw stelling zouden inbrengen:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). 

Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen).

Weerlegging

Door een tegenargument te weerleggen, maak je jouw stelling sterker:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor).

 Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). 

Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).

Tegenargument en weerlegging

Stelling en argument: Nu de coronamaatregelen op hun einde lopen, is er voor iedereen voldoende werk. Zelfs mijn oom van boven de 50 had heel snel een nieuwe baan.

Tegenargument: jouw oom is nog helemaal niet zo oud; ik kwam hem tegen op DTRH

Weerlegging: 'Oh nee? Hij stuurde mij zijn afspraken voor de vaccinatie en daar staat zijn geboortejaar op. Hij is van 1966!

Bedenk een tegenargument én een weerlegging: De smartphone is onmisbaar

Bedenk twee soorten argumenten (feitelijk en waarderend):
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan.

Gegeven: Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan, want dat hoef je geen parkeerplaats te zoeken.
Geef een tegenargument en een weerlegging.