Hoofdstuk 2 - les 2

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Uitleg persoonsvorm, hoofdletters, komma
  • Werken aan weektaak 
  • Spelletje (als er tijd over is)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 minuten)
  • Uitleg persoonsvorm, hoofdletters, komma
  • Werken aan weektaak 
  • Spelletje (als er tijd over is)

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Wat? Lezen in een boek
Hoe? In stilte
Tijd? 20 minuten

timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

In elke zin zitten werkwoorden
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.
Een persoonsvorm is een werkwoord.
Elke zin heeft een persoonsvorm.

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm
  • De zin vragend te maken.
    Het eerste woord is de persoonsvorm.
Ik mag mijn jas aantrekken. 

  • De zin in een andere tijd te zetten. 
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Jullie werken hard tijdens de les.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm

  • De zin van getal veranderen. (MV>EV, EV>MV)
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Jonne bezoekt zijn opa in het bejaartentehuis.

Slide 5 - Tekstslide

persoonsvorm t.t. of v.t.?
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Ik geloof/ geloof jij
ik geloofde/ geloofde jij
jij gelooft
jij geloofde
hij/ zij/ het gelooft
hij/ zij/ het geloofde
wij geloven
wij geloofden
jullie geloven
jullie geloofden
zij geloven
zij geloofden

Slide 6 - Tekstslide

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter. 
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
  • Aan het begin van een citaat.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdletter bij namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
  • meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
  • mevrouw Van de Ven - de Vries 

Slide 8 - Tekstslide

Geen hoofdletter
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • Er komt vandaag een noordelijke wind.

Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee
  • Zuid-Amerika

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf geen hoofdletter:
- als de zin begint met een cijfer:
50 meisjes deden mee.

- als een zin begint met een apostrof:
's Nachts slaap ik. 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf geen hoofdletter:

- als de verwijzing naar een eigennaam of aardrijkskundige naam niet meer duidelijk is:
Mijn opa heeft alzheimer. Hij draagt soms in de winter een bermuda.

- bij afleidingen van of samenstellingen met feestdagen:
Tijdens de kerstdagen zoeken we geen paaseieren.

Slide 11 - Tekstslide

Komma ,
  • Wanneer je twee zinnen samenvoegt, gebruik je een komma.
  • Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.
  • Voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl,  want: Ik heb honger, maar ik mag pas eten in de pauze.
  • Bij een opsomming plaats je komma's.

Slide 12 - Tekstslide

En...
Wanneer je iemand direct aanspreekt, gebruik je een komma.
  • Marloes, help je even met de boodschappen?
  • Timo, kom je straks mee voetballen?
  • Jongens, houd nu eens op!


Slide 13 - Tekstslide

Weektaak
Wat? H2 opdracht 7 t/m 19
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 25 minuten
Klaar? Lezen in je boek

timer
25:00

Slide 14 - Tekstslide