8 april rekenen

Rekenen
Wat heb je nodig:
- rekenschrift 
- potlood of pen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen
Wat heb je nodig:
- rekenschrift 
- potlood of pen

Slide 1 - Tekstslide

Opwarmer
Je werkt maximaal 5 minuten aan som 0 van les 4
Kom daarna weer terug naar LessonUp!




Opwarmer
Op de volgende bladzijde zie zie erafsommen.
Sleep de juiste som naar het juiste antwoord.

Tip: Reken handig!
Bijv. 45-9-5 -> doe eerst -5 en daarna -9 
                          
                         45-5= 50        en daarna 50-9=41

Slide 2 - Tekstslide

46
72
38
33
74
52
56
11
27
25
46-7-6
84-6-4
62-4-2=
39-5-9=
71-18-1=
25-9-5=
93-8-13=
47-3-17=
56-12-6=
68-4-18=

Slide 3 - Sleepvraag

Op de volgende bladzijde zie zie optelsommen.
Sleep de juiste som naar het juiste antwoord.


Tip: Reken weer handig!
Bijv. 44+9+6 -> doe eerst +6 en daarna +9

                         
                             44+6= 50 en daarna 50+9=59

Slide 4 - Tekstslide

68
49
52
39
78
47
54
34
64
91
24+9+6=
3+67+8
9+4+41=
82+1+8=
7+5+35=
17+3+14=
22+18+9=
3+4+57=
36+2+14=
5+55+8=

Slide 5 - Sleepvraag

5b Blok 2 week 3 les 4
5b Blok 2 week 3 les 4

Slide 6 - Tekstslide

Doel: 
Ik kan schatten hoeveel iets kost.
Ik kan het daarna precies uitrekenen.
Bijv. 3x79=
                     Ik ga schatten:
                     3x80= 240, dus 3x79 ≈ 240

                     Ik reken precies:
                     3x70= 210 en 3x9= 27, dus 3x79= 237

Slide 7 - Tekstslide

1 fluit kost €38,- 
€38,- rond ik af naar het tiental dat het dichtst bij ligt.

                                     
Ik doe het voor:
Weet je het nog?
Afronden doe je zo:
1,2,3 en 4 rond je naar beneden af
5,6,7,8 en 9 rond je naar boven af
38 rond ik af naar boven -> 40
1 fluit kost ongeveer €40,-
Ik schat hoeveel 5 fluiten kosten: 
5x€40= €200, dus 5x€38 ≈ €200

Ik reken precies:
5x€30= €150 en 5x€8= €40, dus 5x€38= €190
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:

Slide 8 - Tekstslide

1 keyboard kost €72 
€72 rond ik af naar het tiental dat het dichtst bij ligt.

                                     
We doen het samen:
Tip!
Afronden doe je zo:
1,2,3 en 4 rond je naar beneden af
5,6,7,8 en 9 rond je naar boven af
72 rond ik af naar beneden -> 70
1 keyboard kost ongeveer €70
Ik schat hoeveel 2 keyboards kosten: 
Schrijf mee....
2x€70= €140, dus 2x€72 ≈ €140

Ik reken precies:
2x€70= €140 en 2x€2= €4, dus 2x€72= €144
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:

Slide 9 - Tekstslide

1 gitaar kost €89 
€89 rond ik af naar het tiental dat het dichtst bij ligt.

                                     
Jij doet het zelf:
Tip!
Afronden doe je zo:
1,2,3 en 4 rond je naar beneden af
5,6,7,8 en 9 rond je naar boven af
89 rond ik af naar ... -> ...
1 gitaar kost ongeveer €...
Ik schat hoeveel 4 gitaren kosten: 
4x€...= €..., dus 4x€89 ≈ €...

Ik reken precies:
4x€80= €... en 4x€9= €..., dus 4x€89= €...
-Gebruik je rekenschrift om de stappen op te schrijven-
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak (dit geldt voor iedereen):
- opgave 2
- 10 opgaven in de +
- werk in je werkpakket (10 sommen per doel) 
-> je werkt in totaal 45 min. aan rekenen

Slide 11 - Tekstslide