De brug - woordenschat deel 1

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
15 minuten lezen
Uitleg de brug - woordenschat deel 1
Aan de slag met de opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Woordbetekenissen zoeken
Als je in een tekst een onbekend woordt tegenkom, kijk dan eerst of je de betekenis uit de tekst kunt halen. Hiervoor heb je woordraadstrategieën geleerd: 

Slide 4 - Tekstslide

Welke woordraadstrategieën ken je?

Slide 5 - Woordweb

Woordraadstrategieën
  1. Synoniemen zoeken in de tekst
  2. Omschrijvingen zoeken in de tekst van het onbekende woord
  3. Zoek in de tekst naar een voorbeeld (denk aan signaalwoorden)
  4. Zoek in de tekst naar een tegenstelling
  5. Of zoek naar een bekend woorddeel

Laatste hulpmiddel = woordenboek 

Slide 6 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik


Wat is figuurlijk taalgebruik?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zullen we bedoelen met?


Hij woont in het hart van de stad
We sliepen onder de blote hemel
De radijsjes schoten de grond uit

Slide 8 - Tekstslide

Vaste vergelijkingen
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken. Zo'n vergelijking is figuurlijk bedoeld.

Bijvoorbeeld: 
Jasper is zo sterk als een beer
Haar ogen zijn zo groen als gras

Slide 9 - Tekstslide

Vragen?

Slide 10 - Tekstslide

Nu:
De brug - woordenschat
Opdracht 1 t/m 5

Slide 11 - Tekstslide