Nieren p8

Pathologie 
Les 1: Het macroscopisch beeld van de nieren 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pathologie 
Les 1: Het macroscopisch beeld van de nieren 

Slide 1 - Tekstslide

Het urinewegstelsel
interne macroscopie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Onderste holle ader
Brengt bloed terug naar het hart
nier
Linker nier
Filtert bloed
nierader
Brengt het gefilterd bloed van de nier naar de onderste holle ader
buikaorta
zo wordt de aorta vanaf het middenrif genoemd
urineleider/ureter
Vervoert het geproduceerde urine met een golvende beweging (peristaltiek) naar de urineblaas. 
Urineblaas
Is de opslag zak voor urine. 
Leeg= pyramide vorm
Vol= eivorming 
urinebuis/urethra
Drainage urineblaas
Vrouwen= 4 cm
Mannen= 20 cm
nierslagader
Hierin zit het bloed dat gefilterd dient te worden. Het gaat naar het eerste capillaire netwerk van de nier (glomerulus).

Slide 4 - Tekstslide

De nier
macroscopie nier
Focus project

Slide 5 - Tekstslide

Gewicht 160 g
Lengte 12 cm
Breedte 7 cm
Dikte 3 cm
Buitenkant: glad, bruin kapsel met daar omheen vetkapsel (steun)


Slide 6 - Tekstslide

Nierhilus/nierhilum (eng. renal hilum)
Nierhilus/nierhilum
Deze bestaat uit de 
Nierader
Nierslagader
Ureter/urineleider

Slide 7 - Tekstslide

B
Nierschors
C
Niermerg met verschillende nierpyramides
D
Nierkolom
Scheiden de nierpyramides
A
Nierkapsel
J
Urineleider/ureter
I
nierslagader
G
Nierbekken collecteert urine van de kelken en transporteert het naar de urineleider en urineblaas
H
Nierader
E
kleine nierkelk
F
Grote nierkelk = waar meerdere kleine nierkelken samenkomen

Slide 8 - Tekstslide

Interne macroscopie
Coronaal vlak of frontaal vlak

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Coronaal/frontaal
transversaal

Slide 11 - Tekstslide

De grote bloedvaten van de nier

Slide 12 - Tekstslide

Haarvaten

Slide 13 - Tekstslide

Glomerulaire filtratie = 1ste capillaire netwerk 
peritubulaire capillairen= 2de capillaire netwerk 
Hier vindt de ultrafiltratie van het bloed plaats
Hier gebeurt veel! Hoofdzaken: reabsorptie en secretie.
Bij reabsorptie worden gefilterde componenten (water en bepaalde elektrolyen) terug opgenomen in het bloed. Bij secretie worden er nog componenten(oa. afvalstoffen) uit het bloed gehaald bestemd voor urine. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Urine productie heeft als doel:
Reguleren van volume bloedplasma (en dus ook bloeddruk!)
Reguleren concentratie afvalproducten in bloed
Reguleren de concentratie elektrolyten in bloed
Reguleert de pH van het bloed

Slide 16 - Tekstslide

Urine
gemodificeerd filtraat van bloedplasma
=

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide