- kijken naar een nieuwe scheidingsmethode. Adsorberen
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt uitleggen hoe adsorptie met actieve kool werkt;
Je kunt uitleggen wat chromatografie is;
Je kunt uitleggen wat wordt verstaan onder de mobiele en de stationaire fase;
Je kunt de scheiding met behulp van papierchromatografie beschrijven;
Je kunt toepassingen van adsorptie en chromatografie toelichten.
Wat waren de leerdoelen van H5 weer:
Slide 3 - Tekstslide
Het is erg belangrijk voor de chemische industrie om efficiënt te kunnen scheiden.
Het zuiveren van drinkwater en medicijnen zijn enkele voorbeelden van belangrijke producten, waar gebruik wordt gemaakt van chemische scheiding.
Herhaling
Slide 4 - Tekstslide
Adsorberen
Scheiden op basis van aanhechtingsvermogen aan het adsorptiemiddel.
Vaste stoffen uit oplossingen scheiden.
Vaste stof aan adsorptiemiddel
Bij adsorptie wordt gebruik gemaakt van een adsorptiemiddel. Het adsorptiemiddel bindt zich aan een stof uit het mengsel. Later kan het adsorptiemiddel uit het mengsel worden verwijderd.
Slide 5 - Tekstslide
Adsorptie
Verschil in aanhechtingsvermogen aan een adsorptiemiddel
Actieve kool
Afvalstoffen hechten aan oppervlak
De rest kan ongehinderd door het filter
Veel scheuren en poriën--> groot oppervlak
Adsorberen is dus een scheidingsmethode dat berust op aanhechtingsvermogen. De moleculen binden zich aan de buitenkant van het adsorptiemidden
Actieve kool is een veelgebruikt adsorptiemiddel in de chemische industrie. Het kan gebruikt worden om zowel vloeistoffen als gassen te reinigen van ongewenste stoffen.
Slide 6 - Tekstslide
ADsorptie en ABsorptie
LET OP!
Er is een verschil tussen adsorptie en absorptie:
Adsorptie: moleculen hechten
zich aan de buitenkant van het adsorptiemiddel.
Absorptie: moleculen dringen het materiaal binnen.
Slide 7 - Tekstslide
Chromatografie
Om te kijken of een mengsel zuiver is, kunnen we gebruik maken van chromatografie (chromo = kleur).
Chromatografie
Op het plaatje kun je goed zien dat niet alle gebruikte stiften zuivere stoffen bevatten. Deze methode, waarbij papier gebruikt wordt, noemen we papierchromatografie.
Slide 8 - Tekstslide
Chromatografie
Bij papierchromatografie maak je gebruik van een loopvloeistof. In deze vloeistof lossen de stoffen uit de stift op en reizen mee omhoog door het papier.
Slide 9 - Tekstslide
Chromatografie
Omdat de loopvloeistof kan bewegen, noemen we dit ook wel de mobiele fase (mobiel = beweeglijk). Het papier noemen we de stationaire fase (stationair = onbeweeglijk)
Slide 10 - Tekstslide
Chromatografie
Op het rechterplaatje zie je dat de inkt uit de stift nu bestaat uit verschillende kleuren. Dit komt omdat sommige kleurstoffen langer mee kunnen reizen met de mobiele fase andere stoffen
Slide 11 - Tekstslide
Rf-waarde
De afstand die een bepaalde stof kan afleggen door de loopvloeistof, zegt iets over de eigenschappen van die stof.
Rf-waarde
Slide 12 - Tekstslide
Rf-waarde
De Rf-waarde kun je berekenen met: (in centimeters).
Rf-waarde
BA
Hoe hoger de Rf-waarde, hoe beter de stof was opgelost in de loopvloeistof (mobiele fase).
Hoe lager de Rf-waarde hoe beter de stof hecht aan het papier