Grammatica, hh 2hv

Herhalen woordsoorten en zinsontleding
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalen woordsoorten en zinsontleding

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Ik kan de volgende woordsoorten herkennen:
lw, zn, bn, vz, hww, zww, kww, bw

Ik kan de bijvoeglijke bepaling herkennen in een zin.


Slide 2 - Tekstslide

Planning

Nakijken (15)
Bijvoeglijke bepaling (15)
Aan de slag! (25)
Nakijken (10)
Fictie (5)

Slide 3 - Tekstslide

Tekst
Tekst
Welke woorden
doen hetzelfde?

Sleep ze naar de juiste soort!
Zelfstandig naamwoord
lidwoord
werkwoord
bijvoeglijk
naamwoord
rode
kasten
rennen
grappig
tafel
eten
worden
het
eendje
de
plastic
een

Slide 4 - Sleepvraag

In een zin met één werkwoord zit nooit een hulpwerkwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Het zelfstandig werkwoord hoort bij het naamwoordelijk gezegde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Het telefoonverbod is werkelijkheid geworden op het Minkema College.
A
geworden = zww
B
geworden = hww
C
geworden = kww

Slide 7 - Quizvraag

Het telefoonverbod is werkelijkheid geworden op het Minkema College.
A
is = zww
B
is = hww
C
is = kww

Slide 8 - Quizvraag

Werkwoorden
In een WG zit altijd een zww. Bij meerdere werkwoorden in de zin is de handeling, het werkwoord waar het om gaat in de zin, het zww. De rest van de ww's zijn hww's.

In een NG zit altijd een kww. Dit is altijd een werkwoord als: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen. Bij meerdere werkwoorden staat het kww vaak achteraan. De rest van de ww's zijn hww's.

Slide 9 - Tekstslide

De storm Cairan raast over Nederland vandaag.
A
raast = zww
B
raast = hww
C
raast = kww

Slide 10 - Quizvraag

Heb jij een boek kunnen lenen voor de les van volgende week?
A
kunnen = zww
B
kunnen = hww
C
kunnen = kww

Slide 11 - Quizvraag

Heb jij een boek kunnen lenen voor de les van volgende week?
A
lenen = zww
B
lenen = hww
C
lenen = kww

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een bijwoord?

Slide 13 - Woordweb

Noteer alle bijwoorden uit de zin (zet een spatie tussen de woorden)
Onlangs heeft de supermarkt heel veel aanbiedingen gehad.

Slide 14 - Open vraag

Noteer alle bijwoorden uit de zin (zet een spatie tussen de woorden)
Daar staat een zeer geslaagd kunstwerk.

Slide 15 - Open vraag

Nakijken
Pak een andere kleur pen.

Nakijken herhaalopdracht woordsoorten (blz. 9).

Slide 16 - Tekstslide

Doel van de les
Ik kan de volgende woordsoorten herkennen:
lw, zn, bn, vz, hww, zww, kww, bw

Ik kan de bijvoeglijke bepaling herkennen in een zin.


Slide 17 - Tekstslide

Wat moet je nu kunnnen?
Zinnen met een NG volledig ontleden
Zinnen met een WG volledig ontleden

Slide 18 - Tekstslide

En dit!
Deel deze zinnen op in zinsdelen

De oude vrouw pakt een lekker gebakje.
Vanmorgen heb ik een brief geschreven aan de Woerdense gemeente.

Slide 19 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is dus GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.

  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.

  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 20 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Mijn     eerste     kind     speelt    op    haar     nieuwe    gitaar.
eerste = bijvoeglijke bepaling bij 'kind' 
haar = bijvoeglijke bepaling bij gitaar 
nieuwe = bijvoeglijke bepaling bij gitaar

Slide 21 - Tekstslide

Dus! De bijvoeglijke bepaling:

is NOOIT zinsdeel. Het zit binnen in een zinsdeel!

Slide 22 - Tekstslide

De leuke docent Nederlands

 van het Minkema College

behandelt vandaag lastige stof. 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Geef met pijltjes de bijvoeglijke bepaling aan in zin 1 t/m 9 van de herhaalopdracht.
Hoe? Grammaticaboekje blz. 6, 7 en 8 + potlood.
Hulp? Zelfstandig
Klaar? 

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Bijvoeglijke bepaling af

Nieuw leesboek uitgekozen!
Niveau 1 of 2 Nederlandse Literatuur

Slide 25 - Tekstslide