1.5 en 1.6 IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta

Terwijl de Grote Oorlog van 1914-1918 al gruwelijker en uitzichtlozer was geworden voltrok zich in het neutrale Nederland, langs de Zuiderzee een ramp. In januari 1916 was het stormachtig weer geworden dat een paar dagen later, op 13 januari, aanzwol tot een krachtige noordwester storm, die tot diep in de nacht aanhield, en de zeespiegel en golven tot grote hoogten opstuwde.
Door deze gebeurtenis met een zeldzaamheid van eens in de 70 jaar braken vele dijken, wat in veel gebieden – vooral in Noord-Holland - een waternood veroorzaakte met vele doden.<1> Bij diverse scheepsrampen op zee kwamen nog eens 32 mensen om. Deze ramp van 100 jaar geleden zette een proces in gang dat leidde tot de afsluiting van de Zuiderzee en de geboorte van de Noordoostpolder. Ook de opgezetenen van Urk en Schokland beleefden een angstige tijd.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Terwijl de Grote Oorlog van 1914-1918 al gruwelijker en uitzichtlozer was geworden voltrok zich in het neutrale Nederland, langs de Zuiderzee een ramp. In januari 1916 was het stormachtig weer geworden dat een paar dagen later, op 13 januari, aanzwol tot een krachtige noordwester storm, die tot diep in de nacht aanhield, en de zeespiegel en golven tot grote hoogten opstuwde.
Door deze gebeurtenis met een zeldzaamheid van eens in de 70 jaar braken vele dijken, wat in veel gebieden – vooral in Noord-Holland - een waternood veroorzaakte met vele doden.<1> Bij diverse scheepsrampen op zee kwamen nog eens 32 mensen om. Deze ramp van 100 jaar geleden zette een proces in gang dat leidde tot de afsluiting van de Zuiderzee en de geboorte van de Noordoostpolder. Ook de opgezetenen van Urk en Schokland beleefden een angstige tijd.

Slide 1 - Tekstslide

Openingsopdracht Storm Pia
Zie Teams -> link naar Nu.nl artikel
& beantwoord de 4 vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Programma en leerdoelen
- Uitleg over het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta - de natuur (1.5)
- Tussendoor maken en bespreken opdracht 3
- Zelfstandig werken aan 1.5


Slide 3 - Tekstslide

IJsselmeergebied

Slide 4 - Tekstslide

Zoek de verschillen

Slide 5 - Tekstslide

Zuiderzee 1916
Noordwesterstorm + hoge waterstand in rivieren door extreme neerslag

Slide 6 - Tekstslide

Plaats de gebeurtenissen op chronologische volgorde
1886
1914
1916
1920
1932
Plan Lely
WO 1
Waters
noodramp
Start
bouw
afsluitdijk
Afsluitdijk klaar

Slide 7 - Sleepvraag

Welk deel van het plan van Lely is nooit uitgevoerd?

Slide 8 - Open vraag

Het IJsselmeergebied nu

Slide 9 - Tekstslide

Zoetwater
- Belangrijk als zoetwatervoorraad.
- Grootste zoetwateropslag in Nederland.
- Met klimaatverandering gaat het IJsselmeer dus steeds een belangrijkere rol spelen.

Slide 10 - Tekstslide

Stuw bij Driel
Haringvliet sluizen
Sluizen afsluitdijk
De sluizen worden bij eb opengezet om water af te voeren naar de Noord- en Waddenzee.
De stuw bij Driel regelt de stroming van de IJssel.

Slide 11 - Tekstslide

Maak opdracht 3
met de atlas

Over 15 minuten bespreken we deze na!
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf hoe het IJsselmeer aan vers water komt en hoe het water uiteindelijk in de Waddenzee belandt.

Slide 13 - Open vraag

1.5-1.6: Programma en leerdoelen
- Uitleg over het de Zuidwestelijke Delta - de natuur (1.5) & mens (1.6)
Doelen: je weet wat we verstaan onder de zuidwestelijke delta, je weet hoe en waarom deze met de deltawerken is ingericht, je begrijpt dat deze verzilt, hoe dit komt en wat hier de uitdagingen bij zijn.
- Zelfstandig afmaken 1.5+starten 1.6


Slide 14 - Tekstslide

Zuidwestelijke Delta

Slide 15 - Tekstslide

Verlandingsplan
gemaakt in 1942!
- Voorloper van het Deltaplan
- In 1946 concludeerde de Stormvloedcommissie dat alle dijken in Zuidwest Nederland te laag waren.

Slide 16 - Tekstslide

1953
- De afsluitingsplannen der Tussenwateren verscheen

29 januari 1953.

- Drie dagen later, op 1 februari 1953, de watersnood.

Slide 17 - Tekstslide

Jaartal 1953
1835 overledenen
Zeeland zwaarst getroffen

1835 overledenen
Zeeland zwaarst getroffen

Combinatie van springtij, noordwesterstorm en piekafvoeren van de rivieren.

Slide 18 - Tekstslide

Door de aanleg van de Deltawerken is de kust met 700km korter geworden.

Slide 19 - Tekstslide

Klimaat- verandering
Hogere temperaturen:

Meer water door toename smeltwater, zet bij hogere temperatuur uit, neemt meer ruimte in beslag
Gevolgen:
- Rivieren kunnen moeilijker afwateren in de zee
- De zee dringt bij vloed verder het land in (verzilting)

Slide 20 - Tekstslide

Als de Maeslantkering  sluit
ivm een storm...
De storm stuwt het zeewater tegen de keering aan. 
Doordat de kering dicht zit, kan de rivier het water niet op zee afwateren... 

Slide 21 - Tekstslide





Het laatste                    probleem...

Slide 22 - Tekstslide

Absolute zeespiegelstijging!
Bodemdaling!

Slide 23 - Tekstslide

West- en Noord-Nederland zakken weg
--> bodemdaling
Waar vroeger rivieren West-Nederland de bodemdaling compenseerde door frequente kleine overstromingen, ging men dijken bouwen.

Slide 24 - Tekstslide

West- en Noord-Nederland zakken weg
--> bodemdaling

Door 3 manieren:

1. Door bemaling klinken de klei en veengebieden in. 
Dit proces is onomkeerbaar.
2. Door winning van olie, zout en gas dalen sommige gebieden extra hard.
Door het afsmelten van de Scandinavische ijsmassa’s (sinds de laatste ijstijd) daalt het noordwesten.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe hoog is dan de relatieve zeespiegelstijging?
A
4 meter
B
3 meter
C
2 meter
D
1 meter

Slide 26 - Quizvraag

Meer dreiging vanuit de zee en rivieren. Nederland moet blijven bemalen om droge voeten te houden!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Maakwerk
1.5 af : 1 of 2, 3, 4, 5 (3 hebben we samen gedaan)
starten 1.6 zie planner (morgen af in de les + laatste vragen).

Slide 29 - Tekstslide

1.6: Zoetwatervoorraden
  • Uitleg bij deze paragraaf
  • Maken opgaven 1.5 en 1.6

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Zoetwaterverdeling
  • Hoe komt Zeeland dan aan water?
  • Hoeveel wordt aangevoerd via hoofdwatersysteem?
  • En hoeveel afgevoerd?
  • Verschil?

Slide 32 - Tekstslide

5: Leg uit dat door een absolute zeespiegelstijging het spuien op zee steeds moeilijker wordt. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 33 - Open vraag

Maken en nabespreken
1.5: 3,4,5
1.6: 3,4,6

Slide 34 - Tekstslide