werkoverleg en ondernemingsraad

Deze week
Lesson up volgen over werkoverleg en ondernemingsraad.
Bladzijde 102 tm 111 lezen en uittreksel  maken
Vragen 11 tm 16 bladzijde 116 en 117 maken. 
Uittreksel van hoofdstuk 2
en 3 , proefexamen 


Proeftoets gemaakt
Meegedaan aan socratives voor de herhaling van stof
Meegedaan aan lessen

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Deze week
Lesson up volgen over werkoverleg en ondernemingsraad.
Bladzijde 102 tm 111 lezen en uittreksel  maken
Vragen 11 tm 16 bladzijde 116 en 117 maken. 
Uittreksel van hoofdstuk 2
en 3 , proefexamen 


Proeftoets gemaakt
Meegedaan aan socratives voor de herhaling van stof
Meegedaan aan lessen

Slide 1 - Tekstslide

VRAAG
Waar denk je aan bij het woord Medezeggenschap?

Slide 2 - Tekstslide

Medezeggenschap

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

werkoverleg is
A
direct intern overleg
B
indirect intern overleg
C
direct extern overleg
D
indirect extern overleg

Slide 6 - Quizvraag

werkoverleg

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Geen onderwerp voor werkoverleg is
A
het doornemen van de dagplanning
B
het doornemen van de acties voor komende week
C
het doornemen van het vakantierooster
D
het doornemen van hoe te reageren op winkeldiefstal

Slide 9 - Quizvraag

Zahre besluit vandaag, na sluitingstijd van de winkel , een werkoverleg in te plannen. Welke fout maakt Zahre
A
Het werkoverleg gebeurt niet tijdens werktijd
B
Het werkoverleg is niet op tijd aangekondigd
C
Het werkoverleg moet in de ochtend worden ingepland
D
Het werkoverleg is niet voor alle werknemers van die dag zinvol

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

welke onderdelen horen in een agenda voor een werkoverleg?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

werkoverleg
formeel en direct
vaste structuur
onder werktijd
medewerkers en leidinggevende
nieuws werkgever, ziekteverzuim, omgaan met materialen, opleidingen, vakantieplanning, arbeidsomstandigheden
ONIMARA (onderdelen agenda)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

welke rechten heeft de ondernemingsraad?

Slide 17 - Open vraag

De ondernemingsraad is
A
formeel en indirect
B
formeel en direct
C
informeel en indirect
D
informeel en direct

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

De ondernemingsraad heeft adviesrecht
A
voor besluiten die genomen worden door de raad van bestuur
B
voor besluiten die de ondernemingsraad belangrijk vindt
C
voor besluiten die financiele of organisatorische gevolgen hebben
D
voor besluiten die geen financiele of organisatorische gevolgen hebben

Slide 20 - Quizvraag

De ondernemingsraad kijkt naar een nieuwe regeling mbt ziekteverzuim. Zij maken hierbij gebruik van hun:
A
adviesrecht
B
instemmingsrecht
C
overlegrecht
D
initiatiefrecht

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

een OR is verplicht vanaf
A
150 medewerkers
B
100 medewerkers
C
75 medewerkers
D
50 medewerkers

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

De maximale grootte van een ondernemingsraad is
A
3
B
7
C
19
D
25

Slide 26 - Quizvraag

volgende week

Slide 27 - Open vraag