1V - 6.1 t/m 6.3
1 / 15
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De tijd van steden en staten is van?
A
500-1000
B
1000-1500
C
750-1250
D
500-1500
Slide 2 - Quizvraag
Door welke twee veranderingen bracht de landbouw meer op?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Vrouwen konden ook lid worden van een gilde
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat bedoelen we met Hanze?
A
Samenwerking van landen om met elkaar te concurreren
B
Samenwerking van beroepsgroepen, zoals bakkers
C
Geen van de antwoorden is goed
D
Samenwerking van steden om internationaal handel te drijven
Slide 6 - Quizvraag
Wie waren er tegen stadsrechten?
A
De burgemeester
B
de geestelijken
C
de edelen
D
De boeren / burgers
Slide 7 - Quizvraag
De kerk maakte de gelovigen bang dat ze in de hel zouden komen (daardoor was de kerk o.a. machtig)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een aflaat?
A
Geld
B
Kerkelijke rechtbank
C
Opheffing van straf (papiertje), waardoor je tijd in het vagevuur werd verkort
D
Papier waarmee je in de hel kwam
Slide 9 - Quizvraag
In 1232 werd de inquisitie ingevoerd, wat is dat?
Slide 10 - Open vraag
Joden werden door de christenen gezien als gelijk
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Een gilde had ook een sociale functie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Geef drie voorbeelden van stadsrechten
Slide 13 - Open vraag
Noem twee manieren hoe de joden buiten de maatschappij werden gezet
Slide 14 - Open vraag
Wat voor taak had het vroedschap?
A
Wetten maken
B
Advies en controle van stadsbestuurders
C
Zorgen voor rust en orde
D
Zorgen voor de rechtspraak
