In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Quiz rechtsstaat
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen rechten en plichten
A
Rechten en plichten zijn hetzelfde
B
Rechten zijn dingen die je moet, plichten dingen die je mag
C
Rechten hebben we niet in Nederland, plichten wel
D
Rechten zijn dingen die je mag en plichten zijn dingen die je moet
Slide 2 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht
Slide 3 - Quizvraag
Welke van deze taken voert de koning uit?
A
Ministers benoemen
B
Regering samenstellen
C
Wetten maken
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent het dat de officier van justitie een zaak schikt?
A
De verdachte gaat vrij-uit
B
Er worden afspraken gemaakt met de verdachte
C
Een verdachte moet voor de rechter verschijnen
D
De verdacht is schuldig aan een misdrijf
Slide 5 - Quizvraag
Voor wie is bureau Halt bedoeld?
A
Voor jongeren tussen de 16 en 18 die een strafbaar feit begaan
B
Voor jongeren tussen de 16 en 18
C
Voor jongeren tussen de 12 en 18 die een strafbaar feit begaan
D
Voor jongeren tussen de 14 en 20 die een strafbaar feit begaan
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een klassiek grondrecht?
A
Recht op gezondheidszorg
B
Recht op huisvesting
C
Recht op onderwijs
D
Recht op vrijheid van meningsuiting
Slide 7 - Quizvraag
Lees de krantenkop. "Reformatorische school wil geen moslim-docent aannemen" Welke grondrechten botsen hier?
A
Vrijheid van geloof en vrijheid van geloof
B
Vrijheid van geloof en anti-discriminatie
C
Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van geaardheid
D
Vrijheid van meningsuiting
Slide 8 - Quizvraag
"Een vrouw is door een rood stoplicht gereden toen zijn een zwaargewond kind naar het ziekenhuis wilde brengen. De vrouw is aangehouden". Wat zal de officier van justitie doen met deze zaak?
A
Seponeren
B
Schikken
C
Vervolgen
D
Bestraffen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is etnisch profileren?
A
Mensen tegenhouden
B
Mensen letten op wat voor gedrag anderen vertonen
C
In ieder van ons gaat een crimineel schuil
D
Mensen met een bepaalde huidskleur vaker controleren
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de taak van een advocaat in de rechtspraak?
A
Recht spreken
B
Opkomen voor de verdachte
C
Aanhoudingen verrichten
D
Een strafeis stellen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voorwaardelijke straf?
A
Een straf die je krijgt als je weer de mist in gaat
B
Een hoofdstraf zoals een boete
C
Een bijkomende straf zoals het innemen van het rijbewijs
D
Een celstraf
Slide 12 - Quizvraag
Hoe legt de bindingstheorie uit dat mensen crimineel worden?
A
Als je gewend bent al jong foute dingen te doen, ga je dat later ook doen
B
Het hangt af van hoeveel je met je omgeving hebt.
C
Mensen die arm zijn worden eerder crimineel
D
Geluk is niet te koop
Slide 13 - Quizvraag
"Man krijgt hoge boete voor door rood rijden tijden spitsuur" Welk doel heeft de straf?
A
Afschrikking
B
Beveiligen van de maatschappij
C
Vergelding
D
Lone wolfs
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat?
A
De overheid moet zich aan de wet houden
B
Je hebt grondrechten
C
De bevolking heeft invloed
D
Er is een afhankelijke rechterlijke macht
Slide 15 - Quizvraag
Vrouw (36) aangehouden voor verdenking van inbraak. Na het verhoor op het bureau maakte de politie het......... op en mocht de vrouw weer naar huis
A
Huisbezoekingsbevel
B
Proces-verbaal
C
Halt-rapport
Slide 16 - Quizvraag
Welk gedrag wordt gezien als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen
Slide 17 - Quizvraag
Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) is een organisatie van, voor en door scholieren. Wat voor soort organisatie is dit?
A
een belangengroep
B
een politieke jongerenpartij
C
een politieke partij
D
een tijdelijke actiegroep
Slide 18 - Quizvraag
Hoe wordt iemand minister-president van Nederland? Hij/zij wordt
A
aangewezen door de Koning
B
benoemd door het parlement
C
direct gekozen door de burgers
D
meestal aangewezen door de grootste regeringspartij
Slide 19 - Quizvraag
Meneer prins heeft camera's geplaatst om spieken te voorkomen. Hoort deze maatregel bij...
A
preventief
B
repressief
C
objectief
D
subjectief
Slide 20 - Quizvraag
Iemand niet voor de rechter laten komen wegens gebrek aan bewijs.