B3 en B4 gedrag

6.3 Gedrag beschrijven
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Gedrag beschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld
  2. Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt en hoe je gedrag kunt bestuderen.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen blz. 82 - 85
Beantwoord de volgende vragen: (boek/schrift)
1. Noem 2 gedragselementen (handelingen)
2. Hoe noemen we gedragsspecialisten?
3. Noem een uitwendige prikkel
4. Noem een inwendige prikkel
5. Hoe noemen we een reactie op een prikkel?
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel 1
Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld

In de komende paragrafen zijn begrippen heel belangrijk. Maak dus een begrippenlijst!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is gedrag?

Alle waarneembare activiteiten van mens en dier.


Adequaat gedrag: gedrag dat de overlevingskansen en fitness vergroot.

Biobits 83: Gedrag en functie



     

distelvink

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Bloem draait zich naar de zon.
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 7 - Quizvraag

Gedrag
- Bestaat uit handelingen (gedragselementen)
- Een reactie op een prikkel, noem je een respons
- Handeling          effect        handelingen = gedragsketen

Gedragsketen
Handeling

Slide 8 - Tekstslide

Gedragsystemen
  • Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel

  • Gedragsketen: het effect van de ene handeling, leidt tot een volgende handeling.

  • Ethogram

  • Protocol

Slide 9 - Tekstslide

Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel

Slide 10 - Tekstslide

Respons

Slide 11 - Sleepvraag

Leerdoel 2
Je kunt beschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen.

In de komende paragrafen zijn begrippen heel belangrijk. Maak dus een begrippenlijst!

Slide 12 - Tekstslide

Ethologie
ethologie = gedragsbiologie (onderzoek naar gedrag)

ethologen zijn gedragsbiologen

Hele bekende ethologen:
- Nico Tinbergen
- Konrad Lorenz
- Frans de Waal

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een protocol
Een protocol is een lijst waarop je kunt zien welke gedragshandelingen voorkomen bij één dier.

Tijd              Afkorting handeling
0.20            Lo            
0.40            Spr
1 min          Lo
1.20            St
1.40            St
2 min         Lo
2.20           Kij
2.40           Dr     
3 min        Dr            
    
      Voorbeeld gedrag van een hond

      Je ziet dat de hond bepaald gedrag
      vaker doet dan ander gedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Welke vragen kun je beantwoorden aan de hand van een protocol?
A
Hoe vaak komt elk gedragselement voor?
B
Hoelang duurt ieder gedragselement?
C
Is er sprake van een gedragsketen?
D
Wat denkt een dier tijdens het gedrag?

Slide 17 - Quizvraag

Objectief
Gedragsonderzoek is objectief: geen mening/ interpretatie.
Soms maken mensen zich schuldig aan antropomorfisme: menselijke emoties toekennen aan dieren.

Slide 18 - Tekstslide

Noteer uit de volgende film: 0:30-3:00
-enkele antropomorfismen
-enkele gedragshandelingen

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk


Maak opdracht 23 t/m 28 van Hoofdstuk 6 Basisstof 3



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

1

Slide 22 - Video

Wat heb je hier net gezien?
A
een gedragselement
B
een gedragsketen
C
een gedragssysteem
D
niet genoeg afstand tussen de stekelbaarsjes

Slide 23 - Quizvraag

Gedragsketen
Als gedrag uit een serie gedragselementen in een vaste volgorde bestaat noemen we dat een gedragsketen.

Een voorbeeld van een gedragsketen is baltsgedrag bij dieren. 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe noem je een gedragsketen die bedoeld is om partners aan te trekken en over te halen tot paring?

Slide 25 - Open vraag

Onder welk gedragssysteem valt de balts?
A
Voedingsgedrag
B
Terretoriumgedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Sociaalgedrag

Slide 26 - Quizvraag

1

Slide 27 - Video

Welke vormen van gedrag
heb je gezien?

Slide 28 - Open vraag

Wat is een respons?

Slide 29 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je weet wat gedrag is en hoe je het kunt bestuderen
  • je kunt uitleggen dat gedrag zowel erfelijk bepaald is als door omgeving bepaald is
  • Je kunt uitleggen wat sleutelprikkels zijn en wat supranormale prikkels zijn
  • Als je alles snapt maak je B3 23 t/m 28 en B4 30 t/m 37

Slide 30 - Tekstslide

6.4: Vorming van gedrag

Slide 31 - Tekstslide

Wat veroorzaakt gedrag?
Gedrag kent verschillende vormen en functies.

We maken onderscheid tussen:
  • Aangeboren gedrag (erfelijke eigenschap)
  • Aangeleerd gedrag (ervaring)

Slide 32 - Tekstslide

Wat veroorzaakt gedrag?
(prikkels)
Gedrag begint altijd met een prikkel

Prikkels komen van:
  • Interne milieu (binnen in het lichaam)
  • Externe milieu (vanuit omgeving)

Slide 33 - Tekstslide

 prikkels en motivatie.
  • Interne prikkels 
  • Externe prikkels --> zintuigen


  • Motivatie = bereidheid om bepaalde gedragssystemen uit te 
                              voeren.

  • Periodieke invloeden zoals daglengte en temperatuur

Slide 34 - Tekstslide

Nico Tinbergen (1907-1988)
Sleutelprikkel: een prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Nico Tinbergen (1907-1988)
Supranormale prikkel: versterkte sleutelprikkel

Slide 37 - Tekstslide

Sleutelprikkels bij mensen

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Voor welke beroepen/instanties is onderzoek naar het gedrag van dieren interessant?

Slide 40 - Open vraag

gedragsonderzoek is belangrijk!
* dierenwelzijn bepalen (dierentuinen, dierenartsen)
* gedragsproblemen identificeren en behandelen (trainers)
* factoren die het gedrag van een dier beïnvloeden 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link