In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
H8.2
Water als oplosmiddel
Slide 1 - Tekstslide
Hydrofiel
van water houden
hydrofiele stof met water =>
oplossing
(water is oplosmiddel en
stof is oplosbare stof)
Hydrofoob
waterafstotend
hydrofobe vaste stof met water=> suspensie
hydrofobe vloeistof met water=> emulsie
Slide 2 - Tekstslide
Kan één stof hydrofiel en hydrofoob tegelijk zijn?
ja dat kan.
voorbeeld:
een emulgator
die zorgt dat een emulsie gemengd blijft
voorbeeld:
zeep en eigeel
Slide 3 - Tekstslide
Oplosbaarheid
maximaal aantal gram van de oplosbare stof die in 1 liter water kan oplossen.
elke stof heeft een eigen oplosbaarheid.
Slide 4 - Tekstslide
oplosbaarheid van een aantal stoffen in water bij 200C
Slide 5 - Tekstslide
Verzadigde oplossing
dan kan er geen stof meer oplossen.
de maximale oplosbaarheid is bereikt.
als je het oplosmiddel verwarmt gaat de oplosbaarheid van de vaste stof omhoog.
Slide 6 - Tekstslide
rekenen met oplosbaarheid
Je wilt een halve liter verzadigde oplossing van keukenzout maken. Hoeveel gram keukenzout moet je oplossen?
oplosbaarheid is 358,5 g/L
358,5 x 0,5 L = 179,25 g keukenzout
Slide 7 - Tekstslide
8.3 Water behandelen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Drinkwaterzuivering uit grondwater
Slide 10 - Tekstslide
Drinkwaterzuivering uit oppervlaktewater
Slide 11 - Tekstslide
Hard water
Slide 12 - Tekstslide
Hard water bevat veel calcium- ionen.
Hoe komen deze daar?
Regenwater bevat CO2, dit is een beetje zuur. Dit komt op gesteentes terecht. Deze gesteentes bevatten calciumcarbonaat (CaCO3). Als het regenwater hierop valt, lost het calciumcarbonaat op: