In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Vragers en aanbieders H2
Verzekeren tegen risico
Les 1
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet wat verzekeren is en waarom mensen zich verzekeren
Je kunt het verwachte schadebedrag berekenen
Je kunt de premie berekenen
Je weet welke problemen zich kunnen voordoen bij verzekeren
Slide 2 - Tekstslide
Waarom verzekeren mensen zich?
Risicoaversie
Slide 3 - Tekstslide
Waarop wordt de premie van verzekeringen gebaseerd?
Vraag naar verzekeringen
Verwachte schade
Gemiddeld risico van de verzekerden
Slide 4 - Tekstslide
Vraag naar verzekeringen
Vraag naar verzekeringen is afhankelijk van:
- Risicoaversie (hoe graag willen mensen het risico vermijden)
- De kosten in relatie tot de opbrengsten
- Inkomen
- Het absolute schadebedrag (wat kost een schade je?)
Slide 5 - Tekstslide
Noteer in je schrift deze formules:
.
- het verwachte schadebedrag (blz. 23)
- premie (blz. 24)
Slide 6 - Tekstslide
Verwacht schadebedrag
Verwachte schadebedrag = kans op schade x het schadebedrag
Stel je hebt een huis van 300.000 euro en de kans dat ze afbrand is 0,01%. Het verwachte schadebedrag is dan:
300.000 x 0,0001 = 30 euro per jaar
Slide 7 - Tekstslide
Premie
Premie = kans op schade x de gemiddelde hoogte van de schade
Stel: de gemiddelde schade is 4000 euro per jaar en de kans op schade is 5%. De premie is dan: 4000 x 0,05 = 200 euro per jaar
Slide 8 - Tekstslide
Risico's voor verzekeraar
Assymetrische informatie: verzekeraar weet minder
Moreel wangedrag: roekeloos gedrag vertonen wanneer je verzekert bent
Averechtse selectie: vooral mensen met een hoog risico verzekeren zich en lage risico's niet
Leer deze begrippen goed (uit het boek)
Slide 9 - Tekstslide
Oplossingen voor verzekeraar
Asymmetrische informatie: ?
Moreel wangedrag: eigen risico instellen
Averechtse selectie: premiedifferentiatie en collectieve dwang
Slide 10 - Tekstslide
Bonus malus regeling
Is een vorm van premiedifferentiatie.
Voorkomt dus ook averechtse selectie.
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken: 2.6 b en c, 2.7 en 2,8.
Klaar? Maak 2.4
Je krijgt hier 15 minuten de tijd voor.
Slide 12 - Tekstslide
Een verzekering sluit je af als je kans hebt op ................
en je wilt dat het vergoed wordt door de verzekering.
Verzekeren is het overnemen van de ..................................
van een schade van een verzekerde door een verzekeraar.
Een ............................................ noem je ook wel een verzekeringsmaatschappij.
De .................................... is degene die een verzekering afsluit bij een verzekeraar.
De ............................................. is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen.
verzekerde
financiële gevolgen
verzekeraar
premie
schade
Slide 13 - Sleepvraag
Wat betekent asymetrische informatie voor de verzekeringsmaatschappij?
A
Verzekerde heeft meer informatie dan verzekeraar
B
Je beschikt allebei niet over de juiste informatie
C
Verzekeraar heeft meer informatie dan verzekerde
D
Verzekerde is iemand anders dan de verzekeringsnemer
Slide 14 - Quizvraag
Wat is averechtse selectie ?
timer
0:10
A
als de verzekeraar premiedifferentiatie toepast
B
als de slechte risico's de verzekering verlaten
C
Als de goede risico's de verzekering verlaten
D
Als iedereen zich verzekert
Slide 15 - Quizvraag
Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden: Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600. Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000. Er is sprake van a-symmetrische informatie. De premie bedraagt dan:
A
€ 60
B
€ 300
C
€ 160
D
€ 180
Slide 16 - Quizvraag
Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden: Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600. Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000. Vanwege de a-symmetrische informatie, kan de verzekeraar geen..
A
Eigen risico instellen
B
Premie-differentiatie toepassen
C
Bonus-malusladder toepassen
D
Transactiekosten maken
Slide 17 - Quizvraag
Een verzekeraar heeft twee even grote groepen verzekerden: Groep A: kans op schade 10%, gemiddeld schadebedrag € 600. Groep B: kans op schade 30%, gemiddeld schadebedrag € 1000. De verzekeraar kan geen premiedifferentiatie toepassen. Er ontstaat averechtse selectie doordat:
A
Groep A zich niet langer verzekert
B
Groep B zich niet langer verzekert
C
Groep A en B zich niet langer verzekeren
D
Zowel groep A als groep B zich blijven verzekeren
Slide 18 - Quizvraag
Wat is GEEN goed middel om averechtse selectie tegen te gaan?
A
Premie differentiatie
B
Verplicht stellen verzekering
C
Bonus-malus
D
Instellen eigen risico
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een goed middel om moreel wangedrag tegen te gaan?
A
Premie differentiatie
B
Verplicht stellen verzekering
C
Bonus-malus
D
Instellen eigen risico
Slide 20 - Quizvraag
Twee beweringen over verwachte schade. I De verwachte schade = kans op schade x gemiddeld schadebedrag. II Hoe hoger de verwachte schade, hoe lager de premie.
Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
beide zijn fout
Slide 21 - Quizvraag
Het bonus/malussysteem is een voorbeeld van ...
A
eigen risico
B
moral hazard
C
averechtse selectie
D
premiedifferentiatie
Slide 22 - Quizvraag
Hoe noem je het als mensen met een laag risico bereid zijn te betalen voor mensen met een hoog risico?
A
Risicospreiding
B
Solidariteit
C
Risicoaversie
D
Moral hazard
Slide 23 - Quizvraag
Een zorgverzekeraar heeft te maken met mensen die op het aanvraagformulier niet invullen dat ze roken. Om welk risico gaat het hier?