Module 3

Cliënten met een persoonlijkheidsstoornis
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cliënten met een persoonlijkheidsstoornis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de meest voorkomende psychiatrische stoornis 
  • psychose      
  • schizofrenie       
  • stemmingsstoornis 
  • angst stoornis
  • obsessieve compulsieve stoornis

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Psychiatrische aandoening
- Stemmen horen (hallucinaties)
- Waanideeën 
- Psychose is niet altijd schizofrenie
- Eenmalig
- Andere ziektebeelden
- Angstig
- Isolatie
- Concentratieproblemen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke psychische stoornis kun je manische periodes hebben?
A
Schizofrenie
B
Angststoornis
C
Post traumatische stressstoornis
D
Depressie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een psychiatrische stoornis?
A
Wanneer psychologische functies: voelen, denken, waarnemen, afwijkend functioneren.
B
Wanneer iemand psychisch storend gedrag vertoont
C
Wanneer psychologische functies: voelen en waarnemen afwijkend functioneren.
D
Wanneer psychologische verbindingen niet optimaal functioneren.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonlijkheidsstoornis volgens jou?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van mensen met een persoonlijkheidsstoornis?
A
Uitdagend
B
Ik werk er liever niet mee
C
Complex
D
Het maakt mij onzeker

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Smetvrees is een
A
ziekte
B
stoornis

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een waan?

Slide 10 - Open vraag

Waan:
Wanen  stoornis in het denken
Achtervolging of jaloezie
Een waan is een denkbeeld of overtuiging die niet op de werkelijkheid berust, maar waar een persoon heilig in gelooft. Ook als er genoeg bewijs is voor het tegendeel houdt de persoon vast aan zijn overtuiging. Zij hebben dan geen besef meer van de realiteit. Voorbeelden daarvan zijn de achtervolgingswaan of de jaloersheidswaan.

wat zijn de oorzaken van een psychose?

Slide 11 - Open vraag

Iedereen heeft wel eens psychotische ervaringen, bijvoorbeeld het idee dat mensen over je praten, terwijl dat niet zo is. Maar sommige mensen hebben een hogere gevoeligheid om een echte psychose te krijgen. Dat komt dan vooral door erfelijke aanleg in combinatie met andere factoren. 
Deze andere factoren kunnen bijvoorbeeld zijn:
- Het gebruik van drugs: mensen met psychose gebruiken meer alcohol en drugs en roken meer dan de gemiddelde Nederlander
- Een moeilijke, vermoeiende periode;
- Een hele stressvolle gebeurtenis, een traumatische ervaring;
- Een psychose kan ook horen bij een psychiatrische ziekte, zoals een ernstige depressie, schizofrenie of een bipolaire stoornis.

Patiënten met schizofrenie zijn gevaarlijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van schizofrenie
A
hallucinaties en wanen
B
overdreven vrolijk/euforisch
C
depressief
D
behoefte aan sociaal contact

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ISPB-interpersoonlijke sociaalpsychiatrische begeleiding
  • Hoe kan ik leven met mijn stoornis? --> ernstig/ landurige psychiatrische stoornis

  • 3 fasen: 
  • contact fase
  • Doelenfase
  • werkfase

    Voorbeeld doel: Over twee weken is het mij gelukt om één keer zelf boodschappen te doen 

Band opbouwen -->vertrouwensrelatie
Samen met de cliënt doelen bepalen --> SMART maken
Acties ondernemen --> alle betrokkenen inlichten --> boodschappenlijstje



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Clusters: A, B en C
A: paranoïde persoonlijkheidsstoornis 
schizoïde persoonlijkheidsstoornis 
schizotypische persoonlijkheidsstoornis
B: borderline persoonlijkheidsstoornis 
antisociale persoonlijkheidsstoornis 
theatrale persoonlijkheidsstoornis 
narcistische persoonlijkheidsstoornis
C: ontwijkende persoonlijkheidsstoornis  
afhankelijke persoonlijkheidsstoornis  
dwangmatige / obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke persoonlijkheidsstoornissen komen het meest voor in de GGZ?
A
borderline- en vermijdende- persoonlijkheidsstoornis
B
vermijdende- en narcistische- persoonlijkheidsstoornis
C
borderline- en antisociale- persoonlijkheidsstoornis
D
borderline- en schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsstoornis
Bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis zijn de karaktertrekken en eigenschappen extreem sterk aanwezig.

Extreem houdt in: buitengewoon, meer dan gemiddeld.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

24. Piet heeft weinig inlevingsvermogen, bedriegt en manipuleert vaak zonder begrip voor de gevoelens van anderen. Hier is misschien sprake van een...
A
borderline persoonlijkheidsstoornis
B
antisociale persoonlijkheidsstoornis
C
post traumatische stress stoornis
D
narcistische persoonlijkheidsstoornis

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt zich vaak in..
A
de adolescentie
B
de vroege jeugd
C
de volwassenheid
D
de puberteit

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les
Zijn er nog vragen????????????????????

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk!
Lesbrief 5 en leren toets voor volgende week!

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies