In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§ 3.1 Cultuur
§ 3.2 Socialisatie
§ 3.3 Identiteit
§ 3.4 Wat is normaal?
H3 Cultuur en Identiteit
Slide 1 - Tekstslide
• Je kunt uitleggen wat identiteit, identificatie en groepsidentificatie betekenen. • Je kunt voorbeelden noemen van groepen waar jij je mee identificeert.
• Je kunt uitleggen wat groepsnormen en groepsdruk zijn.
• Je kan uitleggen wat een generatieconflict is.
Leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
• Identiteit
• Identificatie
• Groepsidentificatie
• Groepsnormen
• Groepsdruk
• Generatieconflict
In deze paragraaf
Slide 3 - Tekstslide
Identiteit en identificatie
Iedere persoon heeft zijn eigen identiteitje persoonlijkheid, gevormd door alle kenmerken en ervaringen die bij jou horen.
Een deel van je identiteit is aangeboren, en een deel is aangeleerd door socialisatie en ervaringen.
Bij identificatie herken je bepaalde kenmerken van jezelf in de ander.
Slide 4 - Tekstslide
Groepsidentificatie
Groepsidentificatie
Je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.
Bijvoorbeeld:
Geloof
De plaats waar je woont
Door dezelfde hobby’s of interesses
Gezamenlijk probleem of belang
Slide 5 - Tekstslide
Groepsnormen
Elke groep heeft groepsnormen ongeschreven regels die bij een bepaalde groep horen.
Soms hebben groepsnormen zoveel invloed, dat er groepsdruk
ontstaat: het gevoel dat je je móét aanpassen aan de gewoonten
van de groep.
Slide 6 - Tekstslide
Generatieconflict
Bijvoorbeeld over:
Uitgaan
Kleding
Gamen
Telefoongebruik
Jongeren hebben soms andere waarden en normen dan hun ouders. Dit kan leiden tot een generatieconflict: een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Aan het werk:
Ga aan het werk met alle opdrachten die horen bij H3.3.
Zorg dat je tot hier alle opdrachten van H2 en H3.1 en 3.2 gemaakt hebt.
Slide 9 - Tekstslide
Je persoonlijkheid, alle kenmerken en ervaringen die bij jou horen.
A
identiteit
B
groepsidentificatie
C
groepsnormen
D
groepsdruk
Slide 10 - Quizvraag
Ongeschreven regels die bij een bepaalde groep horen.
A
identiteit
B
groepsidentificatie
C
groepsnormen
D
groepsdruk
Slide 11 - Quizvraag
Je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.
A
identiteit
B
groepsidentificatie
C
groepsnormen
D
groepsdruk
Slide 12 - Quizvraag
Het gevoel dat je je móét aanpassen aan de gewoonten van de groep.