1. Je kan het begrip (groeps)identiteit en identificatie uitleggen, herkennen en toepassen.
2. Je kan de oorzaken van groepsgevoel verklaren.
3. Je kan het begrip generatieconflict herkennen in gegeven stellingen.
4. Je kan uitleg en voorbeelden geven over waarom cultuur plaatsgebonden en tijdsgebonden is.
5. Je kan de begrippen rolpatronen, rolbevestigend en roldoorbrekend uitleggen, herkennen en toepassen.