Spelling laatste les blok 1 en blok 2 KB

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Spelling

BLOK 1 en 2

Na deze les.....

• heb je de spelling van de persoonsvorm (tt en vt) herhaald;
• heb je de spelling van het voltooid deelwoord herhaald;
• 
  kun je bijvoeglijke naamwoorden spellen die aangeven van welk materiaal iets is gemaakt. 

Spelling

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

• je/jij/u/hij/zij                        ->        (aangepaste) stam + t
• je/jij achter pv                     ->         stam
• meervoud                             ->        hele werkwoord

Spelling Persoonsvorm tegenwoordige tijd

voorbeeld       verhuizen   antwoorden     eten

ik                         verhuis        antwoord          eet

jij/je/u               verhuist       antwoordt        eet

hij/zij/het        verhuist       antwoordt        eet

wij/jullie/zij    verhuizen    antwoorden    eten

… jij?              verhuis jij?      antwoord jij?   eet jij?

Twijfel je toch nog of je d of dt moet schrijven? Vervang het werkwoord dan door ‘lopen’. Dan hoor je of je een t achter de ik-vorm moet schrijven.

voorbeeld

Sam vind/vindt het goed. → Sam loopt. (met t) → dus: Hij vindt het goed.

Houd/houdt jij van spruitjes? → Loop jij? (zonder t) → dus: Houd jij van spruitjes?

Neem het ww 'lopen'
Wat is de goede spelling?

1. hij loop
2. hij loopt

Neem het ww 'raden'
Wat is de goede spelling?

1. raad jij
2. raadt jij

Neem het ww 'raden'
Wat is de goede spelling?

1. Raad je zusje het antwoord?
2. Raadt je zusje het antwoord?

Werkwoorden verleden tijd

• Klankveranderende ww schrijf je zoals je ze hoort (ik denk / ik dacht : wij komen / wij kwamen)
• Klankvaste ww: ik-vorm +te(n) of +de(n)

       't Fokschip + X -> + te (enkelvoud) + ten (meervoud)

       andere ww + de (enkelvoud) + den (meervoud)

't Kofschip + X

• Meestal hoor je wel of je in de verleden tijd -te(n) of -de(n) moet schrijven.
  
• Als je twijfelt, gebruik dan het hulpmiddel van ’t kofschip + x.
  

stap 1: Neem de stam van het werkwoord (stam = hele werkwoord zonder -en).

stap 2: Kijk naar de laatste letter van de stam.

stap 3: Zit die letter in ’t kofschip of is het een x? Schrijf dan de ik-vorm + te(n).

Zit die letter niet in ’t kofschip en is het geen x? Schrijf dan de ik-vorm + de(n).

Neem het ww 'draven'
Wat is de juiste spelling

1. hij draafde
2. hij draafte

Neem het ww 'leunen'
Wat is de juiste spelling?

1. jij leunde
2. jij leunte

Neem het ww 'relaxen'
Wat is de juiste spelling?

1. ik relaxde
2. ik relaxte

Neem het ww 'denken'
Wat is de juiste spelling?

1. hij denkte
2. hij dacht

Het voltooid deelwoord

• De 'ge-, be-, ver- woorden'

       altijd samen met: hebben, zijn en worden

• Gebruik 't Fokschip + X

Neem het ww 'plassen'

1. ik heb geplasd
2. ik heb geplast

Neem het ww 'beloven'

1. ik heb beloofd
2. ik heb belooft

Gebruik volt.dw. als bijvoeglijk naamwoord = bnw

• Schrijf dit altijd zo kort mogelijk!

bnw = bijvoeglijk naamwoord

-> dit zegt iets over het zelfstandig naamwoord

DUS: 

De hamburger is VERBRAND -> de VERBRANDE hamburger

Neem het ww 'ontploffen'

1. de ontplofte tank
2. de ontploftte tank

Neem het ww 'doden'
Wat is de juiste spelling?

1. de gedoodde muis
2. de gedode muis

Ww uit het Engels...

• WW uit het Engels volgen dezelfde regels als de ww in het Nederlands
• Tenzij de uitspraak dan verkeerd gaat...

Neem het ww 'shoppen'

1. hij shopde
2. shopte

Neem het ww 'racen'
Wat is de juiste spelling?

1. ik racete
2. ik racte
3. ik racede
4. ik racde

Nu maken in de les!

Check of je alles gemaakt hebt van spelling blok 1 en spelling blok 2. De meeste leerlingen hebben nog niet alles gemaakt.

Daarna: bijspijkeren spelling: 1.6/1.7/1.8/2.8/2.9/2.10/

Dit was het !

Nog vragen?

Oefenen kan op de ThiemeMeulenhof site

-> bijspijkeren...