,

DEF@ctO - week 33 - spelling - tussen -n- of -s- - fase 5 - groep 7

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website:
Spelling
Doel: ik weet wanneer ik woorden met een tussen -n- of -s- moet schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek het doel van deze les. Wat gaan de leerlingen deze les oefenen/leren?
Bekijk het uitlegblad.

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk samen het uitlegblad. Klik op het oogje om het uitlegblad te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). Zodra je het volgende oogje opent, sluit automatisch het huidige oogje dat open staat.
Uitlegfilmpje tussen -n-

Slide 4 - Tekstslide

Heeft het woord een meervoud op -en? Dan schrijf je die ook in de samenstelling. Behalve als er maar één van bestaat.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nu is het jouw beurt!

Slide 6 - Tekstslide

Nu gaan de leerlingen een paar woorden in het meervoud zetten (zie volgende slides).

Hoe schrijf je de samenstelling?
boek + kast
A
boekkast
B
boekenkast

Slide 7 - Quizvraag

Antwoord B: boekenkast.

Hoe schrijf je de samenstelling?
kat + bak
A
kattenbak
B
katbak

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord A: kattenbak.

Hoe schrijf je de samenstelling?
kat + bak
A
kattenbak
B
katbak

Slide 9 - Quizvraag

Antwoord A: kattenbak.

Hoe schrijf je de samenstelling?
paard + bloem
A
paardbloem
B
paardenbloem

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord B: paardenbloem

Hoe schrijf je de samenstelling?
hond + hok
A
hondhok
B
hondenhok

Slide 11 - Quizvraag

Antwoord B: hondenhok.
Uitlegfilmpje tussen -s-

Slide 12 - Tekstslide

Hoor je tussen de twee woorden een -s-? Dan schrijf je die ook.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nu is het jouw beurt!

Slide 14 - Tekstslide

Nu gaan de leerlingen een paar woorden in het meervoud zetten (zie volgende slides).

Hoe schrijf je de samenstelling?
station + plein
A
stationplein
B
stationsplein

Slide 15 - Quizvraag

Antwoord B: stationsplein.

Hoe schrijf je de samenstelling?
regering + verklaring
A
regeringsverklaring
B
regeringverklaring

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord A: regeringsverklaring

Hoe schrijf je de samenstelling?
valentijn + dag
A
valentijndag
B
valentijnsdag

Slide 17 - Quizvraag

Antwoord B: valentijnsdag.

Hoe schrijf je de samenstelling?
mening + verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil

Slide 18 - Quizvraag

Antwoord B: meningsverschil
Ga aan de slag met de werkbladen die je krijgt!

Slide 19 - Tekstslide

Deel hier de werkbladen uit indien je dat nog niet gedaan hebt.

 
Heb je de werkbladen nog niet in je bezit? Je kan de werkbladen per fase bestellen.
mail ons: info@defact-o.nl 
Ben jij er klaar voor?
Je leerkracht daagt je uit om aan de slag te gaan met de opdrachten die bij deze les horen. Kan jij laten zien dat je het doel hebt behaald?
Blijven lachen, ik weet dat je dit kan, kom op!

Slide 20 - Tekstslide

Op het lesblad vind je verschillende aanbevelingen voor (verwerkings-)opdrachten. 

Heb ik het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Laat de leerlingen zichzelf inscoren, vinden zij dat ze het lesdoel behaald hebben? Je kan aan de hand van de scores een kort evaluatiegesprek voeren in de klas.

Ik beoordeel deze les met het cijfer (kies een cijfer van 1-10, waarbij 10 het hoogste is).
010

Slide 22 - Poll

Laat de leerlingen de les beoordelen. Je kan eventueel nog vragen waar zij hun cijfer op baseren. Wat vonden ze goed/niet goed.
Tot de volgende keer
Deze les is gemaakt door DEF@ctO. Op de vermelde bronnen na, alle rechten voorbehouden aan team DEF@ctO.




Slide 23 - Tekstslide

Bezoek onze website: