H4 Herhalen

Welkom
Telefoon in de telefoontas.
Neem rustig plaats.
Schrift open op tafel.
Pak je leesboek op tafel.
Ga 5 minuten in stilte lezen.
timer
5:00
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in de telefoontas.
Neem rustig plaats.
Schrift open op tafel.
Pak je leesboek op tafel.
Ga 5 minuten in stilte lezen.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning deze les
1) 5 minuten in stilte lezen
2) Klassikaal maken oefenopdrachten
    Chromebook op tafel.
    Ga alvast naar lessonup.app
    Ieder voor zich
    We houden het rustig.

3) Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 4.1: Getallen
Ik kan van een getal zeggen welke waarde elk cijfer heeft.
Ik kan decimale getallen op volgorde zetten.
Ik weet wat veelvouden zijn.
Ik weet wat delers zijn.
Ik kan even en oneven getallen herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

352

De waarde van het cijfer 5 is:
A
5
B
50
C
500
D
5 000

Slide 4 - Quizvraag

5 347,2

De waarde van het cijfer 5 is:
A
5
B
50
C
500
D
5 000

Slide 5 - Quizvraag

48,65
De waarde van het cijfer 5 is:
A
0,005
B
0,05
C
0,5
D
5

Slide 6 - Quizvraag

6 789,705

De waarde van het cijfer 5 is:
A
0,005
B
0,05
C
0,5
D
5

Slide 7 - Quizvraag

Zet de getallen op volgorde van klein naar groot.
Kleinste
Grootste
6,005
5,401
6,04
6
5,04

Slide 8 - Sleepvraag

Schrijf de eerste zes veelvouden op van 3.

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de eerste zeven veelvouden op van 7.

Slide 10 - Open vraag

Is 120 een veelvoud van 4?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Is 39 een veelvoud van 6?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf alle delers op van 32.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf alle delers op van 48.

Slide 14 - Open vraag

Is 9 een deler van 82?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Is 3 een deler van 21?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Is 43 even of oneven?
A
Even
B
Oneven

Slide 17 - Quizvraag

Is 69 782 even of oneven?
A
Even
B
Oneven

Slide 18 - Quizvraag

Paragraaf 4.2: Grote getallen
Ik kan grote getallen met alleen cijfers schrijven.
Ik kan grote getallen in cijfers en woorden schrijven.

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf 26,8 miljoen met alleen cijfers.

Slide 20 - Open vraag

Schrijf 859,3 miljard met alleen cijfers.

Slide 21 - Open vraag

Schrijf 680 530 000 met woorden en cijfers.

Slide 22 - Open vraag

Schrijf 789 650 met woorden en cijfers.

Slide 23 - Open vraag

Paragraaf 4.3: Afronden
Ik kan decimale getallen afronden.
Ik kan afronden op ronde getallen.

Slide 24 - Tekstslide

10,728 afgerond op 2 decimalen is ...?

Slide 25 - Open vraag

10,728 afgerond op een geheel getal is ...?

Slide 26 - Open vraag

5,356 afgerond op een decimaal is ...?

Slide 27 - Open vraag

48,596 afgerond op 2 decimalen is ...?

Slide 28 - Open vraag

10,7286438 afgerond op drie decimalen is ...

Slide 29 - Open vraag

10,7286438 afgerond op vier decimalen is ...

Slide 30 - Open vraag

1759 afgerond op honderdtallen is ...?

Slide 31 - Open vraag

94 459 afgerond op honderdtallen is ...?

Slide 32 - Open vraag

128 500 afgerond op tienduizendtallen is ...

Slide 33 - Open vraag

129 500 afgerond op duizendtallen is ...

Slide 34 - Open vraag

Paragraaf 4.4: Afronden in praktische Situaties

Ik kan afronden in praktische situaties.l

Slide 35 - Tekstslide

293 leerlingen en 19 docenten gaan naar een pretpark.
In een bus kunnen 51 pasagiers.
Hoeveel bussen zijn er nodig?

Slide 36 - Open vraag

Op de begane grond wachten 26 personen voor de lift.
Per keer kunnen er zes personen mee.
Hoeveel keer moet de lift omhoog?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 37 - Quizvraag

Paragraaf 4.5: Verhoudingstabellen

Ik kan met een verhoudingstabel rekenen

Ik kan uitleggen of een tabel een verhoudingstabel is.

Slide 38 - Tekstslide


A
32
B
4
C
8
D
12

Slide 39 - Quizvraag


A
70
B
80
C
86
D
90

Slide 40 - Quizvraag

Paragraaf 4.6: Prijs berekenen
Ik kan prijzen berekenen met een verhoudingstabel.

Ik kan prijzen vergelijken met verhoudingstabellen.

Slide 41 - Tekstslide

7 kg mandarijnen kost €8,40.
Hoeveel kost 3 kg mandarijnen?

Slide 42 - Open vraag

10 kg stoofperen kost €6,50.
Hoeveel kost 15 kg stoofperen?

Slide 43 - Open vraag

Een pot Sjoko-Sjok pasta van 400 gram kost €1,36.
Een pot Duo-Choc van 500 gram kost €1,60.
Welk merk is in verhouding het voordeligst?

Slide 44 - Open vraag

Bij De Buurtsuper verkopen ze caviavoer.
Knappermix kost €6,60 en er zit 3 kg in een zak.
Natura kost €10,- en er zit 4 kg in een zak.
Welk merk caviavoer is het voordeligst?

Slide 45 - Open vraag

Aan de slag
Wat: opdrachten Herhaling op blz. 219 t/m 222
Hoe: Fluisterend overleggen met directe buur.
Hulp: Eerst buur daarna vinger opsteken.
Tijd: Tot het einde van de les.
Uitkomst: Laat je werk aan docent zien.
Klaar: Opdrachten nakijken en verbeteren.
             Vervolgens Leerdoelencheck op blz. 211 maken.

Slide 46 - Tekstslide