Geluid herhaling

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen lesstof voor de vakantie
Nodig:
Rekenmachine
Laptop

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen lesstof voor de vakantie
Nodig:
Rekenmachine
Laptop

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een natuurlijke geluidsbron?
A
Een vliegtuig
B
Een radio
C
Een concertzaal
D
Een waterval

Slide 2 - Quizvraag

Is een claxon een natuurlijke of kunstmatige geluidsbron?
A
Een natuurlijke geluidsbron
B
Geen van beide
C
Zowel natuurlijke als kunstmatige geluidsbron
D
Een kunstmatige geluidsbron

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen natuurlijke en kunstmatige geluidsbronnen?
A
Natuurlijke geluidsbronnen worden niet door mensen gemaakt, kunstmatige wel
B
Natuurlijke geluidsbronnen zijn minder belangrijk dan kunstmatige
C
Kunstmatige geluidsbronnen zijn beter voor het milieu
D
Natuurlijke geluidsbronnen zijn stiller dan kunstmatige

Slide 4 - Quizvraag

Wat zorgt ervoor dat we geluid horen?
A
Elektriciteit
B
Trillingen
C
Warmte
D
Licht

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de formule voor het berekenen van snelheid?
A
snelheid = tijd / afstand
B
snelheid = afstand x tijd
C
snelheid = afstand / tijd
D
snelheid = tijd - afstand

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de eenheid van geluidssnelheid?
A
meter per seconde
B
millimeter per uur
C
centimeter per minuut
D
kilometer per uur

Slide 7 - Quizvraag

Hoe lang doet geluid erover om 340m te reizen?
A
0,1 seconde
B
0,5 seconden
C
1 seconde
D
2 seconden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de snelheid van geluid als het 680 meter aflegt in 2 seconden?
A
320 meter per seconde
B
340 meter per seconde
C
380 meter per seconde
D
360 meter per seconde

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de afstand die geluid aflegt in 5 seconden als het zich voortbeweegt met een snelheid van 340 meter per seconde?
A
1700 meter
B
1000 meter
C
850 meter
D
500 meter

Slide 10 - Quizvraag

Hoe verander je toonhoogte van een snaar?
A
Strakker spannen
B
Slapper spannen
C
Korter maken
D
Langer maken

Slide 11 - Quizvraag

Hoe verandert de toonhoogte als de snaren van een gitaar slapper worden gemaakt?
A
De toonhoogte wordt hoger
B
De toonhoogte wordt lager
C
De toonhoogte wordt vervormd
D
De toonhoogte blijft hetzelfde

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een hertz?
A
Een eenheid voor frequentie
B
Een eenheid voor volume
C
Een eenheid voor geluidsgolven
D
Een eenheid voor decibel

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het geluid als de frequentie hoger wordt?
A
Het geluid wordt zachter
B
Het geluid wordt hoger
C
Het geluid verdwijnt
D
Het geluid wordt vervormd

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het frequentiebereik van menselijk gehoor?
A
10 hertz tot 100.000 hertz
B
50 hertz tot 5.000 hertz
C
20 hertz tot 20.000 hertz
D
1 hertz tot 1.000 hertz

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de formule voor het berekenen van frequentie?
A
frequentie = trillingstijd
B
frequentie = 1 / trillingstijd
C
frequentie = 2 * trillingstijd
D
frequentie = trillingstijd / 1

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de trillingstijd als de frequentie 10 Hertz is?
A
1 seconde
B
10 seconden
C
0.01 seconden
D
0.1 seconden

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de frequentie als de trillingstijd 0.02 seconden is?
A
0.2 Hertz
B
20 Hertz
C
200 Hertz
D
50 Hertz

Slide 18 - Quizvraag

Welke term beschrijft het aantal trillingen per seconde?
A
periode
B
golflengte
C
frequentie
D
amplitude

Slide 19 - Quizvraag

Wat meet je met een oscilloscoop?
A
Trillingen
B
Temperatuur
C
Lichtintensiteit
D
Luchtdruk

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de trillingstijd?
A
De tijd die nodig is om een signaal te meten
B
De tijd die nodig is om een oscillogram te maken
C
De tijd die een trilling nodig heeft om een volledige cyclus te doorlopen
D
De tijd die nodig is om een scherm te verversen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een trilling?
A
Een willekeurige beweging
B
Een periodieke beweging om een evenwichtsstand
C
Een beweging met constante versnelling
D
Een beweging met constante snelheid

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel trillingen heeft deze dit figuur?
Bereken ook de trillingstijd als hij
hier 3 ms over doet. gebruik StOpMe

Slide 23 - Open vraag

Wat is decibel?
A
Een eenheid voor frequentie
B
Een eenheid voor geluidsgolven
C
Een eenheid voor geluidssterkte
D
Een eenheid voor volume

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de minimale geluidssterkte die het menselijk oor kan waarnemen?
A
20 decibel
B
30 decibel
C
0 decibel
D
10 decibel

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de definitie van amplitude?
A
De maximale uitwijking van een golf ten opzichte van de evenwichtsstand
B
De afstand tussen twee golftoppen
C
De tijd die een golf nodig heeft om een cyclus te voltooien
D
De snelheid waarmee een golf zich voortplant

Slide 26 - Quizvraag

Teken opdracht
Maak een oscillogram met een toon die 14 ms duurt.
De toon op het oscillogram heeft 7 trillingen en het geluid van deze toon gaat van hard naar zacht. 

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Opdrachten paragraaf 1 t/m 3 maken en/of verbeteren.

Slide 28 - Tekstslide