In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Het zenuwstelsel
Basisstof 4
Slide 1 - Tekstslide
Regels
Camera aan
Microfoons gedempt
Bij vragen handje omhoog
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een prikkel?
A
Een orgaan reageert op invloed uit de omgeving
B
Electrische signalen die naar je hersens gaan
C
Een invloed uit je omgeving
D
Een cel die impulsen opvangt
Slide 3 - Quizvraag
Sleep de juiste omschrijving naar daarbijhorende woord
Zweetklieren
Hoornlaag
Kiemlaag
Talgklieren
Lederhuid
Bestaat uit resten van dode cellen
Bestaat uit levende cellen
Maakt talg
Bevinden zich de warmte-, koude-, druk- en tastzintuigen
Produceert zweet
Slide 4 - Sleepvraag
Wat doen zintuigcellen?
Slide 5 - Open vraag
Welk onderdeel van het oog heeft zintuigcellen
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Oranje vlek
D
Kleine vlek
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
kan je de bouw en functie van het zenuwstelsel beschrijven
kan je de bouw en functie van drie typen zenuwcellen en van zenuwen beschrijven
kan je een reflexboog beschrijven
Slide 7 - Tekstslide
Het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel = hersenen en ruggenmerg
Zenuwen; verbinden centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen
Slide 8 - Tekstslide
Het centrale zenuwstelsel
Hersenen
Ruggenmerg
Slide 9 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
Zintuigen vangen de prikkels op
Zintuigcellen zetten deze om in impulsen
(Impulsen gaan via de zenuwen (gevoelszenuwcel) naar het ruggenmerg)
Slide 10 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
4. (Ruggenmerg (schakelzenuwcellen) naar de hersenen)
5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
Slide 11 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
--> bewust reageren ---> er ontstaan impulsen in je hersenen
6. De impulsen gaan via het ruggenmerg (schakelzenuwcellen) naar de spieren en klieren (bewegingszenuwcellen)
7. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie
Slide 12 - Tekstslide
Werking zenuwstelsel
Zintuigen vangen de prikkels op
Zintuigcellen zetten deze om in impulsen
Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg
Ruggenmerg naar de hersenen
De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
De impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren
De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie
Slide 13 - Tekstslide
Zenuwcellen
Zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
Zenuwcel: cellichaam en uitlopers
Cellichamen liggen in of vlak bij centrale zenuwstelsel
Uitlopers: geleiden de impulsen (naar en van het cellichaam), doorgeven aan andere zenuwcellen, heel lang
Impulsen gaan via 1000-den uitlopers tegelijk, deze liggen in een zenuw.
Elke uitloper is omgeven door een laagje isolatie, om een zenuw een stevige laag.
Slide 14 - Tekstslide
Zenuwcellen
Er zijn drie verschillende type zenuwcellen:
Gevoelszenuwcel
Bewegingszenuwcel
Schakelcel
Slide 15 - Tekstslide
Bewuste reactie
Slide 16 - Tekstslide
Reflex (en reflexboog)
Reflexboog
Reflex
Slide 17 - Tekstslide
Bedenk zelf een voorbeeld waarbij een prikkel leidt tot reacties bij een klier of spier. Beschrijf hierbij het hele proces en gebruik in je antwoord alle de onderdelen van het zenuwstelsel en het begrip impulsen
timer
5:00
Slide 18 - Open vraag
Samenvatting
Zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen
Centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en ruggenmerg
De weg van een prikkel tot aan een reactie van de klieren en spieren
Het zenuwstelsel verwerkt de impulsen die van de zintuigen afkomen en regelt de werking van spieren en klieren